Afbeelding
(Foto: )

Vertrouwen

Het was drie over twaalf, en ik schrok wakker van knallend vuurwerk buiten. Mijn huiskater Bert zat rechtop. Dit was niet goed. “We kunnen dit best aan,” zei ik tegen hem, maar heel zeker van mijn zaak was ik niet. Voorzichtig aaide ik zijn gespannen rug.

Zwaar vuurwerk

Om tien over twaalf begon het zware vuurwerk dat duurde tot ver over half een. Ik keek steeds op de wekker, omdat ik dan wist dat het aan het voorbijgaan was, tenminste, dat hoopte ik. Bert bleef intussen roerloos zitten. “We doen het heel goed,” zei ik met een ietwat te dunne stem. Hij reageerde niet.Ik hoorde geschreeuw op straat.“Hè, Bertje?” vroeg ik, gewoon om iets te kunnen zeggen.
Af en toe aaide ik wat en ik dacht aan de mensen die buiten waren, die helemaal geen zin hadden in een vuurwerkverbod en lekker hadden ingekocht, en die het evenmin belangrijk vonden dat ze zo veel mensen en dieren angst aanjoegen. Zoiets moet toch kunnen, zeggen ze dan, maar zo kun je alles goedpraten.De tijd ging door, het vuurwerk ook, en ik voelde dat ik minder vertrouwen in de medemensen kreeg. Hoeveel geld werd er hier verstookt? En waarom? Ik dacht aan voedselbanken en kinderen zonder eigen laptop die in deze coronatijd dan op achterstand komen te staan.

Alsof iedereen een vuurwerkbom in de nacht mag laten afgaan


Pas na één uur werd het rustiger. Bert ging weer liggen. Ik aaide nog wat door, ook voor mezelf. Zo zijn we in slaap gevallen en we werden wakker op de eerste ochtend van het nieuwe jaar. Bert ging brokjes eten (normaal kraakt hij 's nachts graag wat weg maar dat was niet gelukt) en ik besloot tot een blokje om te zien hoe de wereld eruit zag. Veel gezinnen aan de wandel, optimistische kleine hondjes en hier en daar restanten van vuurwerk. Net of er niks aan de hand was, en iedereen recht bezat op het nachtelijk laten afgaan van een vuurwerkbom.

Ingewikkeld

Misschien leer ik op dat soort momenten hoe ingewikkeld samenleven in dit land is geworden. Elk een eigen plezier, ieder een andere mening, een opvatting van wat kan en mag en moet kunnen. Overdag kan ik er beter tegen dan 's nachts, en die nacht viel het me moeilijk om vertrouwen te voelen in de medemens, toen ik een grote kater aaide die een uur lang bang was van al die herrie die van buiten zomaar terechtkwam in ons veilige huis.