De regio Zaanstreek-Waterland heeft de opgave om 225 tot 248 statushouders te huisvesten voor 2023,
De regio Zaanstreek-Waterland heeft de opgave om 225 tot 248 statushouders te huisvesten voor 2023, (Foto: Dirk Karten)

Opdracht regio Zaanstreek-Waterland: huisvesting maximaal 248 statushouders

Algemeen

ZAANSTREEK - Naast het bestaande woningtekort heeft ook de regio Zaanstreek-Waterland de opgave om 225 tot 248 statushouders te huisvesten voor 2023, bovenop de al bestaande taakstelling. Die opgave pakken gemeenten gezamenlijk op. Alle gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland zien mogelijkheden om tijdelijke woningen te realiseren voor statushouders.

Don Bijl, burgemeester Purmerend en voorzitter van het regionale overleg : ‘In overleg met de provincie Noord-Holland, het Rijk en het COA is afgesproken om alleen in te zetten op de versnelde huisvesting van statushouders én dit te doen in combinatie met andere zogenaamde spoedzoekers. Want huisvesting is ook voor andere doelgroepen een urgent vraagstuk’. Alle colleges in de regio hebben na een eerste scan oplossingsrichtingen of locaties aangedragen. Deze mogelijkheden om de opdracht te vervullen zijn gedeeld met de gemeenteraden en worden hierna aangeboden aan de provincie. De financiering van de realisatie en inburgering zijn daarbij een belangrijk onderdeel.’

Tijdelijke huisvesting

Elke gemeente heeft de mogelijkheden in eigen gemeente onderzocht voor het realiseren van (al dan niet tijdelijke) woonruimte voor spoedzoekers, waaronder ook voor statushouders. Criteria hiervoor zijn: het aantal woningen, voorzieningen in de buurt, bestaande woonplannen en de snelheid waarmee gebouwd of verbouwd kan worden. Elke gemeente heeft een eigen reden om een oplossing of locatie te benoemen. De totale opbrengst van de zoektocht staat in de bijlage weergegeven.

Hoe gaat het verder

Judith Michel-De Jong, burgemeester Wormerland: ‘Nu de eerste scan gedaan is, moeten de plannen per locatie of oplossingsrichting verder worden uitgewerkt om te kijken wat echt nodig en haalbaar is. Voor elke locatie zijn er verschillende uitdagingen om de plek geschikt te maken voor huisvesting. De locaties vragen om verdere uitwerking. Planningen hangen af van de benodigde vergunningen en bestemmingsplannen. In het bijzonder hopen wij hier op meer flexibiliteit van de provincie ten aanzien van Bijzonder Provinciaal Landschap.’

De gemeenten informeren de provincie over de voortgang op de gezamenlijke opgave en vragen om haar inzet en medewerking bij de gezamenlijke uitwerking en realisatie. De provincie maakt daarin onder meer een afweging over de ruimtelijke inpasbaarheid van de plannen.