Muis

Op een muurtje bij het station zat ik in de zon van een ijsje te genieten. Op het bankje tegenover mij zaten twee vrouwen. Ik schatte ze op een jaar of veertig. Tussen hen in stonden twee enorme handtassen van een duur merk. De kleinste van de twee had het hoogste woord.

‘Ik zet geen stap meer in dat huis!’, schreeuwde ze. 

Ze had het geblondeerde haar in een nonchalant knotje op haar hoofd gebonden. Het bewoog gevaarlijk heen en weer bij elke beweging die ze maakte. Het vloog van links naar rechts, want de vrouw zat zich enorm op te winden. En dat allemaal in het warme zonnetje.

‘Nou ja’, kalmeerde haar vriendin.

‘Nee, Monique, ik meen het. Dat beest eruit of ik eruit!’ 


Dat beest bleek een muis te zijn. Een muis in het vakantiehuis in Zeeland. Ze had de sleutel nog niet omgedraaid, of ze zag hem zitten. Bovenop het aanrecht, naast het zes pits gasfornuis. Hij keek haar hooghartig aan en was duidelijk niet van plan te vertrekken.

‘Hij bleef gewoon zitten, Monique! Alsof het zíjn keuken was en ik er helemaal niets te zoeken had!’ 

Korte metten

Dat laatste was haar in het verkeerde keelgat geschoten. Het knotje ging zo heftig heen en weer dat ik bang was dat het van haar hoofd zou vallen. Met de muis moest korte metten worden gemaakt. Ene Joris, die nog geen spijker in een plank kon slaan, moest daarvoor zorgen. 


Terwijl het gesprek verder ging over deze Joris, dacht ik terug aan mijn eigen ervaring met een muis. Ik ben niet bang voor muizen, maar één keer heeft zo’n beestje me de schrik van mijn leven bezorgd. Het was in de volière in de achtertuin van mijn ouders. Ik zal een jaar of twaalf zijn geweest. Het was mijn werk om de parkieten van eten te voorzien en ik kan u zeggen, die beesten hadden geen klagen. Ze kregen voer in overvloed. De helft van al dat lekkers gooiden ze zonder pardon op de grond en daar kwamen natuurlijk muizen op af. 

Ik vond dat niet erg, maar toen ik op een dag de voerbak weghaalde bleek er eentje onder die bak te zitten en dat verwacht een mens niet. Die muis verwachtte natuurlijk ook niet dat die bak zomaar ineens opgetild zou worden en van pure schrik rende hij regelrecht mijn arm op. Ik weet niet bij wie de schrik groter was, bij mij of bij die muis, maar het heeft lang geduurd voordat ik weer onbevangen een voerbak op kon tillen. 

Een muis in Zeeland

Ik kon het die muis niet kwalijk nemen. Als ik een muis was geweest, was ik ook in een volière gekropen waar de zaadjes en de granen voor het oprapen liggen. En als ik een muis in Zeeland in de winter was geweest, dan had ik mijn intrek graag in zo’n fijne vakantievilla genomen. Misschien wel met m'n hele familie. Maar ik zou toch zeker mijn biezen hebben gepakt bij de eerste de beste aanblik van dat boos heen en weer bewegende knotje.