Afbeelding

Op de pijp met...

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. 

Tekst: Esdor van Elten
Foto's: Ton van Zeijl


Deze keer praten we met:

Peter Dijkhuizen


Peter Dijkhuizen (58) is vooral bekend als zanger van Drie (soms Twee) Meter Peter. Maar in zijn woonplaats De Lier is hij als postbode ook een bekend gezicht. Een herseninfarct enkele jaren geleden veranderde zijn leven, maar dat weerhoudt hem niet er het beste van te maken. “Ik Extravert? Niet voor een muzikant, wel voor een boekhouder.” Peter is getrouwd met Marjon. Samen hebben ze twee zoons.

Van wie ben jij er één? 

De naam Dijkhuizen is een bekende in Ter Heijde, waar ik opgroeide in een groot arbeidersgezin met één broer en vijf zussen. Mijn vader is daar altijd een actief dorpsgenoot geweest. Hij heeft altijd hard gewerkt. Op zijn veertiende ging hij op de logger naar zee. Op zijn 21e kwam hij weer terug aan wal en werkte vervolgens jarenlang als tuinarbeider en tenslotte bij de gemeente.

En wat wilde jij worden? 

Tuin- of loonarbeid zag ik in ieder geval niet zitten. Al heb ik, net als iedere Westlander, genoeg in de tuin gewerkt. Maar ik had het geluk dat ik redelijk kon leren. Na de Willemschool, in Ter Heijde, maar wel óver de dijk, kon ik naar de havo, maar die was een beetje ver weg. Ik ging dus naar de Morgenster mavo en deed daarna de meao op het Tinbergencollege. Ik heb nog eventjes de heao geprobeerd, maar dat was geen succes. Vervolgens ben ik een jaartje postbode geweest bij toen nog de PTT.

Een jaartje maar? 

Ik moest toen ook nog in militaire dienst. Die bracht ik door bij de verbindingstroepen in Ede. Daarna heb ik negen maanden bijgetekend om uitgezonden te worden naar Egypte, bij de Multinational Force and Observers.(MFO) De 'steenrode baretten'

Je bent dus een veteraan... 

Officieel ben ik een veteraan. Maar ik heb het daar redelijk rustig gehad hoor. Het was inderdaad vooral 'observeren'. De Sinaï was geen oorlogsgebied. Je maakt wel van alles mee, samen met je kameraden. Ik heb met een aantal van hen nog steeds contact. En natuurlijk gingen we ook geregeld feesten in Tel Aviv. De Israëlische dames waren wel gecharmeerd van mannen in uniform. Het was alles bij elkaar echt een avontuur. Voor het eerst uit je veilige omgeving in het Westland weg.

Was het wennen bij het terugkomen? 

Ja, dat heeft wel een jaartje geduurd hoor. Maar je komt tenslotte toch wel weer in je ritme. Ik heb in de jaren daarna allerlei banen gehad. Voornamelijk administratieve functies. Ik was een soort postbode bij Spaarbank Westland; iedere dag naar Woerden om dagafschriften op te halen en rond te brengen. Je kunt je dat nu niet meer voorstellen. Ik ben kassier en klantadviseur geweest bij een bank. Geen echt succes. Vervolgens heb ik een jaar of negen bij het Bedrijfschap Schildersbedrijf gewerkt. Administratie van de winterschilders. Daar klom ik op den duur op tot het hoofd van de administratie. Inmiddels was ik ook met SPD begonnen. Op mijn 40e haalde ik mijn diploma en zo had ik toch nog mijn HBO. Dat moest ook wel, want als je verder wilde in het vak moest je dat niveau wel hebben. Daarna heb ik bij de politie gewerkt, bij Combiwerk (nu Werkse) in Delft en als financial controller bij een kinderopvang organisatie, maar uiteindelijk bleek mijn toekomst toch niet in de administratie te liggen.

Waarom niet? Je was een eind op weg... 

Zes jaar geleden heb ik een herseninfarct gekregen. Ineens tolde de hele wereld om me heen. De ambulance kwam maar kon me niet over de trap uit huis dragen, dus ik werd er door de brandweer uit getakeld. Een hoop gedoe. In het ziekenhuis bleek dat de binnenkant van een van mijn halsslagaders had losgelaten, wat een verstopping veroorzaakte. Ik herstelde goed, maar er veranderden wel dingen. Ik kon me niet voldoende meer concentreren voor mijn werk. Ik ben voor 70% afgekeurd. Omdat ik toch wel graag bezig wilde blijven heb ik weer een baan als postbode aangenomen. Terug naar de roots dus. En dat bevalt me goed.

Ik kan me voorstellen dat het leven anders geworden is... 

Ja, en daar heb ik aan moeten wennen. Na zo'n infarct moet je toch vooral zelf uitzoeken hoe je verder moet. Dat is mij wel gelukt, maar helaas geldt dat niet voor iedereen. Ik heb gemerkt dat rust en regelmaat voor mij het beste zijn. Maar dat is natuurlijk niet altijd het leukste.

Het heeft invloed op je sociale leven... 

Ja. Ik moet kiezen wat ik wel en niet doe. Ik kan best een avondje uit, maar daar betaal ik dan wel twee dagen de prijs voor. Ik geef ook nog wat wiskundeles en verzorg de administratie van een paar ZZPérs. Als ik dat goed plan gaat dat prima. Het vraagt dus wel aandacht. Gelukkig heb ik Marjon. Zij helpt me daarbij. Ik zou deze periode niet zonder haar doorgekomen zijn.

Gelukkig kun je nog wel optreden... 

Met mate, en met goede planning. Peter en Jump helpen me daar enorm bij. Ze houden rekening met me. Gelukkig kan ik nog zingen, want ik vind het echt geweldig om te doen.

Waarom? 

Mensen vermaken doe ik graag en ik hou wel van een beetje aandacht. Als kleuter stond ik al vooraan als er een uitvoering, toneelstuk of iets anders gedaan moest worden. Misschien heb ik dat van mijn vader. Die was ook altijd aanwezig. Hij werd wel de officieuze burgemeester van Ter Heijde genoemd.

Toch lijk je me niet zo extravert... 

Voor een muzikant ben ik niet extravert. Voor een boekhouder wel.

Is het nou Twee of Drie meter Peter? 

Allebei. Toen Peter Kruithof en ik begonnen noemden we ons Twee Meter Peter, met een knipoog naar de Twee Meter Sessies van Jan Douwe Kroeske. Toen we op grotere podia gingen optreden kwam er een bassist annex drummer bij. Ook een Peter. Drie meter Peter dus. Toen die Peter besloot alleen nog te bassen kwam Jump Koch ons versterken. Maar de naam bleef hetzelfde. We bouwden al een beetje af toen ik dat herseninfarct kreeg. Toen ik daarna langzaam weer opstartte met Peter Kruithof, kwam Jump er ook als snel weer bij. Maar de naam bleef lastig. Sommigen zeggen nog steeds Twee, Spotify noemt ons weer drie. Het maakt mij niet zoveel uit.

Teksten kun je wel onthouden... 

Gelukkig wel. Daar was ik in het begin wel bang voor. Maar zeker de oude nummers zaten nog goed.

Maar er komen ook nieuwe nummers... 

Ja. In februari gaan we zelfs weer de studio in voor opnames. Het is bijzonder dat 'we' weer zo leven. Er is nu echt een hele nieuwe groep jongeren die ons ontdekt heeft. Bij een optreden laatst stond een hele groep Lierse jongeren met de nieuwe nummers mee te zingen. De ouderen doen dan weer mee met de oude nummers. Dat is echt bijzonder.

Je schrijft ook zelf teksten... 

Tja, die CD moet wel vol hè? Ik ben niet zo'n hele goede zanger, maar ik ben wel een goede verhalenverteller. Daarom zing ik ook graag in het Nederlands. Dan gaat het verhaal me beter af.

Waar vertel je dan over? 

Ik heb onder andere een lied voor veteranen gemaakt op de melodie van een oud Iers nummer. Dat gaat dus over mijn diensttijd. Maar het is nou niet zo dat ik vind dat ik een boodschap voor de wereld heb of zo. Ik maak iets, deel een ervaring en hoop dat anderen zich daar dan een beetje in kunnen herkennen. Ik hoef de wereld niet zo nodig te verbeteren. Soms gaat een tekst gewoon nergens over. Kijk maar naar 'De Pet'.

Het lijkt me dat jouw verhaal toch het vertellen waard is... 

Is dat zo? Dat zou mooi zijn. Misschien wil ik nog wel eens een lied maken naar aanleiding van mijn herseninfarct. We traden ooit op in De Strijp, bij mensen met NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel). Dat trof me. Dat zijn eigenlijk mijn broeders en zusters. Maar ik aarzel, want mijn verhaal is niet representatief voor iedereen. Daar sta je op zo'n moment dan wel even bij stil. Ik prijs me gelukkig dat ik dit nog kan doen. En zolang het gaat zal ik blijven zingen.


Op de pijp met is naar een idee van Peter en Ton van Zeijl.

Afbeelding
Afbeelding