Kibret Mekonnen.
Kibret Mekonnen. (Foto: Jurre Rompa)

‘Film is een mooie manier om het gevoel van mensen te raken’

Algemeen

AMSTERDAM - De saamhorigheid in Ethiopië, waar hij vandaan komt, en de expertise die hij heeft opgedaan sinds hij in Nederland is, zijn de ingrediënten voor zijn missie om Amsterdammers te verbinden. Dat doet Kibret Mekonnen door jaarlijks het Amsterdam Buurt Film Festival (ABFF) te organiseren. Amsterdammers krijgen hier de mogelijkheid om een film te maken over zichzelf, hun buurt of andere onderwerpen die hen bezighoudt. Die worden vertoond tijdens het festival. Inmiddels is hij bezig met het voorbereiden van de zesde editie.

Kibret Mekonnen is genomineerd voor Amsterdammer van het Jaar

De film hoeft niet eens van hele goede kwaliteit te zijn, want daar kan door Kibret nog wel aan worden gesleuteld. Het gaat erom dat iedere ‘filmmaker’ de gelegenheid krijgt om z’n verhaal te vertellen. Want die Amsterdamse verhalen verbinden inwoners van de stad. Wat klein begon in Oost, is inmiddels gegroeid naar alle windstreken van de stad. En elk stadsdeel heeft weer een andere manier van benadering nodig. Dat gebeurt via een thema. In Zuidoost is dat bijvoorbeeld ‘welkom thuis’, over hoe mensen zich in het stadsdeel voelen, in Noord komt de vernieuwing aan bod; wat betekent dat voor de inwoners, of in het centrum; is de binnenstad nu een open luchtmuseum of woonbuurt? En als de films worden getoond, wordt er daarna over het onderwerp gesproken. “Alleen Zuid is nog een uitdaging. Het is de moeilijkste plek om te bereiken. Ik denk dat het te maken heeft dat mensen die daar wonen een andere levensstijl hebben, dan de rest van de stad.”

Geschenk

Kibret ziet het filmfestival als een geschenk aan de Amsterdamse samenleving. “Het is ‘The one and only in his kind’. We oordelen niet over de film of het onderwerp, het festival is toegankelijk voor iedereen. Het ABFF is een podium geworden voor liefhebbers die graag iets willen vertellen. Ik zie de dankbaarheid van mensen en dat is mijn beloning.”

Het is ‘The one and only in his kind

In Ethiopië heeft Kibret vijf jaar zijn eigen krant en tijdschrift gehad. Maar als de krant weer uitgekomen was, moest hij zich schuilhouden, omdat de inhoud ervoor zorgde dat hij werd opgepakt door de politie. Dat is hem zo’n vijftig keer overkomen en daar was hij klaar mee. Dat Nederland zijn land voor de toekomst is geworden, is toeval. Een conferentie in Maastricht met het thema ‘de media in Afrika’ lokte hem naar hier en hij is gebleven.

Filmopleiding

Al snel na zijn komst in Nederland is Kibret gaan studeren; een vierjarige filmopleiding aan de Hogeschool voor de Kunst Utrecht. Nadat hij de studie had afgerond is hij in 2003 zelfstandig ondernemer geworden. Zijn eigen bedrijf in combinatie met zijn organisatie voor de ABFF is gevestigd in een pand aan de Zeeburgerkade van LOLA, Leegstand Oplossers Amsterdam (LOLA) die aan maatschappelijke initiatieven, startende ondernemers en kunstenaars tijdelijk ruimte biedt.

In Nieuw-West was zijn eerste ervaring met Amsterdammers. “Er was elke maandagavond een bijeenkomst met zo’n veertig mensen met een verschillende achtergrond, maar die woonden wel in dezelfde buurt.” De verhalen kwamen los. De bijeenkomst was samen met zijn journalistieke en film achtergrond de voedingsbodem voor wat ooit het ABFF zou worden. De eerst editie van het vond plaats op het Makassarplein in Oost, in een soort bioscooptent. Zo’n dertig tot 35 buurtfilmmakers presenteerden hun film, elk met hun eigen onderwerp. 

“Er kwamen heel veel mensen uit de Indische buurt op af. De derde editie hebben we op Plantage Middenlaan gedaan. Daar kwam ik in contact met de directeur van de OBA die met onze flyer in zijn hand kwam kijken met zijn twee kinderen. Hij vroeg ons om het festival voortaan in de theaterzaal van de OBA aan het Oosterdok te komen organiseren. De OBA zoekt ‘gewone’ mensen uit de buurt en de stad voor de voorzieningen die zij biedt. Wij zochten ruimte en mogelijkheden dus was een goeie match. In 2017 was de eerste editie in de OBA”, vertel Kibret trots.

Levensprincipe

“Het is een soort levensprincipe van mij om mensen te helpen hun verhaal naar buiten te brengen en mensen met elkaar in contact te brengen. Als je op het festival komt, kijk je naar de film. Film is een mooie manier om het gevoel van mensen te raken”, ervaart Kibret. “Bezoekers krijgen een heel andere, lievere kijk op Amsterdam. De films zijn vaak een eyeopener voor Amsterdammers op de kleurrijke stad. Vaak zijn ze niet bewust van hun eigen creativiteit en van elkaars en saamhorigheid. Het festival is een podium om verbinding te leggen, begrip voor elkaar te creëren en elkaar te helpen.”

Het komt allemaal neer op vrijwilligerswerk

Amsterdammers die een film willen maken voor het ABFF, krijgen twee dagen training om te leren een verhaal op te bouwen en de techniek komt aan de orde. “Daarna gaan ze de straat op en komen ze terug met een verhaal. In december worden de films vertoond tijdens het ‘grand festival’ in de OBA”, vertelt Kibret. 

Het festival ontvangt wel eens kleine subsidies van het Amsterdams Fonds voor de Kunst of een stadsdeel. “Maar we hebben nog geen structurele geldstroom. Het komt allemaal neer op vrijwilligerswerk. Soms leg ik zelf iets bij, omdat ik het belangrijk genoeg vind. Ik heb de ambitie om zelfstandig te gaan draaien, met subsidie en betaalde krachten. Maar belangrijker is dat dit initiatief van de grond is gekomen en zonder de openhartige samenwerking met de OBA, hadden we waarschijnlijk niet meer bestaan.”

Stemmen op Amsterdammer van het Jaar kan nog tot 14 mei via www.amsterammervan het jaar.nl.