Klaas Lelie.
Klaas Lelie. (Foto: aangeleverd)

Column Klaas Lelie - Sinterklaasachterstand

Algemeen

Tot mijn grote vreugde kwam ik eindelijk de echte Sint-Nicolaas tegen. Het was puur toeval. Ik liep een hoek van de straat om en liep hem zowat omver. ‘Ho, ho, jongeman, niet zo gehaast,’ zei Sint Nicolaas. 

Sinterklaasachterstand

‘Bent u het echt?’ Een totaal overbodige vraag: het was te zien aan zijn kleding en te horen aan zijn stem. Hij ging niet in op mijn vraag. Doe je niet op overbodige vragen. De doorgaans goedgemutste oude man, zo had ik vernomen uit kringen die dicht bij hem stonden, kringen die veelal in geen enkele kleur geschminkt bleken te zijn, bleek niet tevreden te zijn met het feest zoals hij dat graag zag, zo liet hij mij op de hoek van de straat weten.

‘Vier jij nog de verjaardag van Sint Nicolaas dit jaar, jongeman?’

‘Vier jij nog de verjaardag van Sint Nicolaas dit jaar, jongeman?’ vroeg hij mij.

‘Eigenlijk niet meer, Sint Nicolaas.’

‘En waarom niet jongeman?’

‘Kijk, Sint Nicolaas, het zit zo: ik heb oudere neefjes en nichtjes en jongere nichtjes en neefjes. De ouderen vinden het niet meer zo leuk om uw verjaardag te vieren. Uzelf bent er nooit bij, vinden ze.’

‘Zo zo, vinden ze dat. Maar begrijpen ze dan niet dat ik het druk heb rond mijn verjaardag? Vroeger kon ik nog weleens gebruikmaken van hulpsinterklazen. Tegenwoordig is er krapte op de arbeidsmarkt en is de capaciteit zeer beperkt, ook voor mij. Ik kan niet meer rustig mijn verjaardag bij de kindjes en hun mama’s en papa’s vieren. O ja, vroeger wel. Ik kreeg dan nog een pepernoottaartje en later op de avond een bisschopswijn met een stukje hartige marsepein. Dat kan helaas niet meer.’

“Een pepernoottaartje, een bisschopswijn, met een stukje hartige marsepein”

Ik keek de oude man aan en zag ouderdomsverschijnselen en vermoeidheid rond zijner ogen en zelfs een kleine traan daarin. Medelijden met Sint Nicolaas kwam in mij boven.

‘Kan ik u soms helpen bij uw verjaardag?’ vroeg ik hem, daar op de hoek van de straat alwaar zich gelukkig nog geen kinderen hadden verzameld.

‘Jazeker kun je me helpen,’ sprak de goede Sint. ‘Probeer achterstand te voorkomen bij de kleinste kinderen. Ook zij hebben recht mijn verjaardag nog enige tijd te vieren. Ik hou niet van Sinterklaasachterstand. Denk aan de kleintjes, jongeman.’