Het Kruidhuis, voorheen het Leprozenhuis in Enkhuizen
Het Kruidhuis, voorheen het Leprozenhuis in Enkhuizen (Foto: aangeleverd)

Leproosje

Een reiziger bezoekt in 1789 Enkhuizen. Hij reist door de Republiek en doet door middel van brieven verslag van zijn reis aan zijn vrouw en vrienden. Hij zoekt een slaapplaats en wordt door de regenten van het Leprozenhuis uitgenodigd daar de nacht door te brengen. 

Het Leprozenhuis was gesticht rond 1609 in het voormalige St Ciciliënklooster ten noorden en ten westen van de Westerkerk. Behalve als gasthuis voor leprozen werd het vooral gebruikt als gasthuis voor arme reizigers aangezien er in de Republiek nauwelijks nog lepra voorkwam. De reizigers mochten één nacht in het gasthuis verblijven. Daarvoor hadden ze toestemming nodig van een regent van het Leprozenhuis. Een logé had recht op een goede nachtrust, brood, een flink stuk kaas en een kan bier. De bovenkleding werd gedurende de nacht afgeven aan de binnenvader.

Leprozenhuis

De reiziger, die in een brief verslag doet van zijn ontvangst, zal niet onbemiddeld zijn geweest, want hij wordt ontvangen in de regentenkamer van het Leprozenhuis door de president en zijn medebestuurders en uitgenodigd voor het diner. Hij krijgt een plaats toegewezen aan de grote tafel, gedekt met een wit laken, waarop voor iedere aanwezige een fles wijn staat. Ondanks dat hij wist dat Noord-Hollanders meer dronken dan een enkel glaasje, schrok hij, bang dat hij mee moest drinken om zijn gastheren niet te beledigen. De president hield een toespraak en verzekerde dat het iedereen vrijstond zoveel te drinken als hij wilde.

Avondmaal

Die avond werden vele onderwerpen van lokaal belang besproken, maar het opkomend patriottisme was net als in andere plaatsen het belangrijkste onderwerp. De tafelgenoten van de reiziger vonden het patriottisme “een dolle plonderzucht opgeruid door toomloos grauw” Tenslotte werd er “een gordijn voor deze tonelen” getrokken om niet de avond te bederven. Afgesloten werd met een “soupée” , er kwamen nieuwe flessen wijn op tafel waarbij weer werd gezegd dat het vrij was om deze te drinken. Tijdens het dessert werd de gast toegesproken, waarbij de binnenvader werd gelast het “leproosje” te brengen. 

Leegdrinken

Dit was een middelgrote bokaal met een ingesneden leproos als zinnebeeld van het huis. De bokaal werd ingeschonken en de schrijver werd verzocht om deze leeg te drinken op het welzijn van allen. Hij wilde niet onbeleefd zijn en nam een paar slokken uit het leproosje, daarna ging de kelk de tafel rond. Als het hierbij was gebleven had de reiziger zijn waardigheid behouden, maar men liet het leproosje, nog drie keer rondgaan. Tussendoor werden nog kelkjes wijn voor iedereen ingeschonken, weigeren was niet toegestaan. Na afloop gingen we “ordentelijk gemanteld en gelest naar zoals men gewoonlijk zegt na kooi”. Bij het opstaan was hij zo “verroest, dat hij in het begin nauwelijks zijn pen kon besturen”, maar hij hoopte dat dat in de middag over was.


Siem Duys
Archiefcollectief Vereniging Oud Enkhuizen / Letters L.P.H. Leprozenpenning Enkhuizen.

Afbeelding