Sinterklaas

Zaterdag kwam Sinterklaas in Hoorn aan. Het overviel me een beetje, net zoals Sint Maarten dat een paar dagen eerder had gedaan. Natuurlijk niet de beste man zelf, stelt u zich toch eens voor, maar het feit dat het alweer zo ver was. Met temperaturen die meer aan de lente deden denken dan aan de herfst was ik er simpelweg niet op ingesteld.

Maar zaterdag was het mistig. Er hing een dikke sluier over het Markermeer en dat stemde mij tevreden. Ik kan dat makkelijk zeggen, want mijn zoon is te oud om nog samen met ons bij de haven in de kou te gaan staan. Dus zat ik na een korte wandeling behaaglijk op de bank met een kop koffie en een groot stuk gevulde speculaas.

Opluchting

In mijn verbeelding zag ik de stoomboot al uit de mist opdoemen, als een soort Vliegende Hollander. Het zal een opluchting zijn geweest dat hij toch niet gezonken was. Ik weet er het fijne niet van, want ook het Sinterklaasjournaal ligt al lange tijd achter ons, maar de stoomboot met pakjes en al laten zinken, dat lijkt mij een gedurfde onderneming. Ik zag de Sint al drijven in dat koude, Hollandse water. Zijn rode mantel rondom hem op de golven uitgespreid, zich met de krul van zijn staf wanhopig vasthoudend aan een boei, terwijl zijn mijter zoetjes aan naar de horizon verdween. En u weet, het hoofd van Sinterklaas zonder mijter, daar blijft niet veel van over. Ik weet niet wat ik mijn kind verteld zou hebben. Waarschijnlijk iets over stoere mannen en de Reddingsbrigade die de Sint, de Pieten en alle pakjes onmiddellijk zouden redden.

Ik dacht terug aan het jaar dat de stoomboot vast kwam te zitten in de sluis bij de Hoofdtoren. Geen mens had dat natuurlijk verwacht, maar het gebeurde. Er zou niet voldoende gebaggerd zijn of misschien waren er te veel pakjes aan boord, wie zal het zeggen. Misschien was het alleen maar spel, maar die boot zat muurvast. Het zorgde in ieder geval voor de nodige spanning en hilariteit, op de boot en ook bij ons op de kade.

Na verhit overleg renden alle Pieten naar het achterdek, terwijl Sinterklaas de uitkijk op de boeg voor zijn rekening nam. De Pieten begonnen te dansen en te springen. De boot kwam los en om dat te vieren haalde de een of andere onverlaat het in zijn hoofd om drie keer aan de scheepshoorn te trekken. Wij stonden er pal naast. Het lawaai was enorm en dat geldt ook voor de schrik die door mijn hele lijf trok. Ik zal het niet licht vergeten. Op zo’n moment kan je alleen maar blij zijn dat die boot weer verder vaart. Het liefst zo snel mogelijk, voordat ze zo’n grap nog een keer uithalen.

Generatie na generatie

De ouders die met hun kinderen op de mistige Veermanskade en bij het Hoofd op de Sint stonden te wachten, hebben dat als kind waarschijnlijk ook gedaan, met hun ouders. Generatie na generatie, vol verwachting en met een gezonde nervositeit. Ik word er altijd wat emotioneel van. En toen brak op die mistige zaterdagmorgen toch ook nog het zonnetje door.