Handtas

Ik heb de neiging om belangrijke zaken heel goed op te bergen. Doorgaans werkt dat prima, maar soms heb ik zo’n goede plek uitgekozen dat ik later niet meer weet waar die plek ook al was. 


Zo kon het gebeuren dat ik op vakantie in Schotland mijn paspoort niet meer kon vinden. Ik wist zeker dat ik het op een heel goede plek had opgeborgen en die heel goede plek was naar mijn stelligste overtuiging mijn cameratas. Maar daar zat hij niet in. Wel vond ik een treinkaartje uit 2008, drie bonnetjes van een supermarkt, een schroef en een vergeten haarspeld, maar met die zaken komt een mens Groot Brittannië niet uit.


Er bleven twee mogelijkheden over: mijn rugzak en een akelig klein handtasje. Ook deze waren uitgerust met onwaarschijnlijk veel vakjes. Zelfs die veel te kleine handtas had er zeven. Ik controleerde ze stuk voor stuk, maar zonder resultaat. 

Groeiende nervositeit

Terwijl ik met groeiende nervositeit zat te rommelen in al die tassen zochten mijn man en mijn zoon een mooie wandeling uit die we die dag zouden maken. Zo af en toe vroegen ze mij wat ik toch allemaal aan het doen was. Dan humde ik wat of ik deed net alsof ik ze niet gehoord had. U moet weten dat ik op vakantie de hoeder ben van de reis- en verzekeringspapieren, omdat ik nu eenmaal vind dat ik dat beter kan dan mijn mannen. Het kwijtraken van een paspoort doet natuurlijk geen goed aan die zelfbedachte status, dus ik had geen enkele zin om dat toe te geven. 


Terwijl zij honderduit praten over steile wandelpaden, stepping stones en vergezichten over de oceaan, groeide bij mij de overtuiging dat we die dag niet verder zouden komen dan het dichtstbijzijnde politiebureau om aangifte te doen van een zoek geraakt paspoort. Het was geen prettig vooruitzicht, dus doorzocht ik voor de zoveelste keer al die vakjes. Weer zonder resultaat. Het was duidelijk. Mijn paspoort was zoek.


Ik bekende het probleem aan mijn mannen en toen durfden zij mij te vragen of ik wel goed gekeken had. Of ik wel goed gekeken had! Dat schoot mij in het verkeerde, want door de situatie toch al zo nerveuze keelgat. Ik beet ze toe dat ik al honderd keer in elk mogelijk vakje en achter elk denkbaar ritsje gekeken had, maar dat dat paspoort er simpelweg niet was. En als zij dachten dat ze het beter konden, dan mochten ze hun gang gaan. 

Zeven ellendige vakjes

Dus pakte mijn zoon mijn handtas. Dat akelige, kleine handtasje, waarin je nog geen mobiele telefoon kwijt kan, maar waarvan de fabrikant erin geslaagd was om er zeven ellendige vakjes in te maken. 


Het bleken er acht te zijn. En uit dat achtste vakje toverde mijn zoon mijn paspoort. Dat achtste vakje zat venijnig verborgen in een ander vakje. Het was precies zo'n heel goede opbergplek die je later niet meer terugvindt. Natuurlijk was het heel gelukkig dat dat toch gebeurd is. Maar u begrijpt dat ik het heel de vakantie heb moeten horen.