Bruid en bruigem

betekent natuurlijk bruid en bruidegom. Vroeger werden er eind april vaak bruiloften gevierd want op 1 mei begon men op een boerderij of als knecht bij een nieuwe baas. Bruid- en bruigemsweer is dan ook een gezegde voor heerlijk voorjaarsweer. 


Al ben je de bruid op ’t hippie, dan ga je binnenkort trouwen, je bent er als het ware nog maar een sprongetje vanaf. Bruidstrane is een drank, vaak boerenjongens. Boerenjongens maakt men van brandewijn met rozijnen aangevuld met bruine basterdsuiker, een kaneelstokje, steranijs en kruidnagel.

De zegswijze is ‘op de bruidstrane komme’, dat houdt in: een glaasje komen drinken tijdens de bruidsdagen. Ook werden dan royaal bruidssuikers uitgedeeld, een amandelnoot met een laagje suikerglazuur.

Van iemand die zuinig of gierig is, wordt gezegd: die deêlt ok gien bruidssuikers uit! 


Brulleft betekent bruiloft en brullefte is bruiloft vieren. Een brulleftsmoidje is een meisje dat door een jongen is uitgenodigd om met hem naar een bruiloftsfeest te gaan. Datzelfde geldt voor een brulleftsvraaier, dat is een jongen die wordt uitgenodigd door een meisje om een bruiloft mee te vieren.


Natuurlijk worden er tijdens het feest brulleft-stukkies gedaan: voordrachten of liedjes. Het mooie daarvan waren de repetities vooraf waarop iederien skik had. 

Op het bruiloftsfeest werd goed gegeten en gedronken. Een brulleftstik is dan ook een extra lekkere, goed belegde boterham. Een brulleftspoip is een lange, witte pijp zoals men vroeger rookte, de pijp voor de bruidegom was speciaal versierd met linten.

Soms komt pas na de bruiloft de ware aard van de bruidegom aan de dag en is het uit met de vleierij. Dan zegt men: as de bruid is in de skuit, benne de mooie praatjes uit. Of dat ook geldt voor de bruid is mij niet bekend.


Soms heb je een ervaring die je doet denken aan een bruidegom en een bruid. Toen ik een prunus zag die danste met de wind, schreef ik dit gedichtje.

Brulleft

De wind doet met de prunus

een wilde rondedans

ze zwiere en ze zwaaie

en hewwe samen sjans.

En suikergoed dat regent

in vlage nei benee

’t bleikveld dat kleurt roze

viert zo ’t feisie mee.

De wind die is de bruigem

de prunus is de bruid

’t gaat net as bai de mense:

hai kleedt z’n bruidje uit.


©Ina Broekhuizen-Slot

Bron: Westfries Woordenboek, Jan Pannekeet