Aquarel van "huisslaven" tijdens een dans in Suriname (1811). De namen zijn er met potlood bijgeschreven: Saratje, Eukio, Bescop, Antje, Fortuna, Tiria, cofe, avance, la rose en Egaliti.
Aquarel van "huisslaven" tijdens een dans in Suriname (1811). De namen zijn er met potlood bijgeschreven: Saratje, Eukio, Bescop, Antje, Fortuna, Tiria, cofe, avance, la rose en Egaliti. (Foto: Louise van Panhuys)

Vervolg VP

‘Plantage Alkmaar zorgt voor bewustwording’

Vervolg voorpagina


Bijzonder aan de tekeningen is volgens Ponte dat Panhuys op één van hen zestien mensen tekenden, mensen die Panhuys in slavernij hield, en met potlood tien namen noteerde. "Er was geen archief bewaard gebleven dat specifiek over plantage Alkmaar gaat,” vertelt Ponte. "De archiefstukken die wel bewaard zijn vertellen ons vaak heel weinig over de mensen die op de plantage moesten werken. En het waren juist deze mensen die we graag een gezicht wilden geven.” 

'Archieven vertellen heel weinig over de mensen op de plantages'

Zodoende vertelt de tentoonstelling niet alleen het verhaal van de betrokkenheid van Alkmaar bij de trans-Atlantische slavenhandel in de zeventiende eeuw en de plantage Alkmaar, maar ook de verhalen van de personages Lucia, Joanna, La Rose, Alkmaar en Susanna. Daarnaast is er aandacht voor Alkmaar in Suriname heden ten dage dankzij prachtige filmportretten van bewoners van de voormalige plantage, gemaakt door kunstenaar Dimitri Madimin.

Bewustwording

In haar indrukwekkende openingswoord vertelde Alkmaarder Annemarie Tel, bestuurslid van de 8 October Vereeniging en directeur van stichting Fu Den Sani, over haar Surinaamse wortels en wat deze voor haar betekenen. Ze deed onderzoek naar haar afkomst in Suriname en kwam erachter dat ze afstamt van een slavenhouder. In de negentiende eeuw werd haar oma uit India naar Suriname gehaald en hoewel diens naam nog een beetje te lezen is, was haar nummer duidelijker, zo vertelt Annemarie: “M/1320. Ze was zeven jaar en ze kwam met haar moeder aan in plantage Visserszorg (nabijgelegen de andere plantages, zoals Alkmaar, red.). Dus ik ben eigenlijk van Afrikaanse afkomst, van slavenhouderafkomst, van Nederlandse afkomst. Ik ben ook nog Joods en Hindoestaans. Maar ik ben ook Alkmaars. Het is een beetje ingewikkeld. Wat doet dat met mij? Patrick (directeur Stedelijk Museum Alkmaar, red.) liet mij vorig week een sneak preview zien van de tentoonstelling. En toen hij de deur opende vlogen de tranen in mijn ogen. Totaal onverwachts. Maar het kwam heel dichtbij. Het was heel indrukwekkend.” 

‘Wie weet pakt onze burgemeester ook die handschoen op’

Annemarie sprak vol lof over de tentoonstelling en het feit dat het museum de handschoen heeft opgepakt. 


"Plantage Alkmaar biedt ons handvatten om te leren en bewust te worden van elkaar, bewust te worden van elkaars afkomst, en ik hoop dat wij daarmee in dialoog kunnen gaan met elkaar: in alle openheid en zonder te oordelen.” Ze hoopt hiermee ook op erkenning. 


Hoewel het ver weg leek, viel er een last van haar schouders toen Minister-President Mark Rutte excuses maakte voor het slavernijverleden. "Ik voelde mij heel erg opgelucht,” vertelt Annemarie. "Het werkt namelijk intergenerationeel nog steeds door. 


Ik zie het ook aan mijn kinderen. En zonder erkenning kunnen we eigenlijk helemaal nooit vrij zijn. Wie weet pakt onze burgemeester ook die handschoen op.”


De tentoonstelling Plantage Alkmaar. Alkmaar is Suriname 1745 - heden, is nu te zien in het Stedelijk Museum Alkmaar.