Afbeelding
(Foto: )

Ik gaat onder louw

Henk Tetteroo

'Ik doet 't ook voor jouw, hoor!' Dit bijt de boze Rotterdammer Jaap Kooiman zijn vrouw Nel toe als hij weer eens begint aan een poging om bij zijn baas in een goed blaadje te komen om zo, hopelijk, promotie te krijgen. Een zin uit een scene uit 'Toen was geluk heel gewoon', de hilarische tv-serie die dezer dagen weer wordt herhaald. Dikke pret, voor Henk de Tet!

Wat horen we hier? Kooiman (Gerard Cox) gebruikt tegenover Nelly (Joke Bruijs) een leuk streektalig verschijnsel: de extra 't' in de ik-vorm. In het Algemeen Nederlands (AN) is de regel: na 'ik' krijg je alleen de stam van het werkwoord: ik doe, ik ga, ik loop. Maar in onze streektaal hier dus een extra 't'.

Een verklaring hiervoor is dat je zo een mooi eenvormig enkelvoud krijgt: ik doet, jij doet, hij/zij doet. Zoals we in het AN ook een eenvormig meervoud hebben: wij doen, jullie doen, zij doen.

Je kunt dit verschijnsel horen uit de mond van oudere streektaligen. Hier twee voorbeelden van boer Arie van 't Hoog (1938-2019) die aan de Ommedijk, bij Den Hoorn woonde: 'Ik stopt' en 'Ik bedoelt'.

 De extra 't' in de ik-vorm

Taalgeleerde T. van Veen schrijft in zijn schitterende boek over de taal van de Utrechtse Vechtstreek (1989) dat het verschijnsel, dus de extra 't' bij de ik-vorm, voorkomt in het hele vasteland van Zuid-Holland en in Utrecht tot aan de Gelderse Vallei. Niet in heel Nederland dus.

Het merkwaardige is nu dat precies het tegenovergestelde ook te horen valt in onze streektaal: ik maak, jij maak, hij/zij maak. Ook hier zien we dus een mooi eenvormig enkelvoud. Een paar zinnen van mijn Heulse moeder (1922-2014): 'Ik wach 't wel af'; 'Ik vin da nie zo leuk'; 'Ik lus van 't hele varreke' (betekenis: Ik ben niet zo kieskeurig (met eten)) en 'Ik verbeel me eige niks' (ik blijf gewoon, ga niet opscheppen).

Ter afsluiting nog twee voorbeelden, nu weer van de extra 't'.  Eerst nog een van mijn moeder: 'Ik mot zien dat ik 't overleeft' (Ik moet er voor zorgen dat er doorheen kom).En dit pareltje is van mijn Hoornse vader (1922-2001): 'Ik gaat onder louw want 't is mijn veels te koud hier.' (Ik ga uit de wind staan want het is voor mij veel te koud hier).

Reacties

Kees van Schie (Honselersdijk) mailt dat je voor de geboorte van kalveren en lammeren eigenlijk twee werkwoorden hebt: zowel 'lammen' en 'kalven' als 'lammeren' en 'kalveren'.


Reacties zijn heel erg welkom! Schrijf naar: Boliviastraat 20, 2622 BL Delft. Of mail naar: H.Tetteroo@gmail.com. Iedereen krijgt antwoord.