Kauw
Kauw (Foto: Aangeleverd)

Vele tinten grijs en nog trouw ook

Kraaiachtigen zijn slimme vogels, met de raaf als absolute bolleboos. We zien in het Landsmeerderveld kraaien, kauwen, eksters en een enkele Vlaamse gaai of raaf. 

De roek komt in het bosrijkere oosten van Nederland voor. Ze zijn sociaal, alleseters en opruimers: langs de A10 ruimen zij de aangereden vogels en dergelijke op. Het zijn uitstekende nestbouwers; torenvalken en ransuilen maken bijvoorbeeld graag gebruik van verlaten kraaiennesten.

Netste verenkleed

De zwarte kraai heeft het netste verenkleed, een platte kop en functioneert in kleine groepen. De kauw is kleiner en valt op door grijze veren, een lichte vlek op de kop en een opvallend lichte iris. 


Kauwen verkeren in grotere groepen en zijn onafscheidelijk van hun partner. Ze ‘krassen’ minder luid dan kraaien.


Veel lawaai

De zwart/witte ekster maakt veel lawaai, eet in het veld en nestelt in bomen in onze woonwijken. Ze zijn onderzoekend en kunnen pesten: onderling, maar ze dagen ook andere dieren uit.


De raaf lijkt op de kraai maar is groter en heeft een grotere kop met een behaarde snavel. 

Raven hebben partners voor het leven

Raven vliegen, met hun spanwijdte van gemiddeld 110 cm, net als roofvogels hoog op thermiek. Ze hebben partners voor het leven en nestelen in toppen van bomen. 


De raaf wordt als enige kraaiachtige tot de zangvogels gerekend en zijn reactiesnelheid blijkt sneller dan die van apen en mensen te kunnen zijn. Ze verstoppen voedsel voor slechte tijden en kunnen hun verstopplekken onthouden. 

Op de rode lijst

Ze spelen en kunnen spelletjes bedenken. Door bijgeloof zijn veel van die slimme en nuttige raven gedood. Ze staan daarom op de rode lijst en verdienen bescherming.


Hens Merel de Haas en

Hanneke van Dusseldorp