De Biodiversiteitstuin De Dors Oostzaan is ingezaaid
Het is herfst en dat betekent: zaadjes zaaien! Hoe blij waren wij als werkgroep dat afgelopen weekend het eindelijk zo ver was voor de volgende stap; we hebben emmers vol met zaadjes uitgestrooid. Het wordt leuk om van het voorjaar te ontdekken hoeveel van de tientallen verschillende soorten planten die wij gezaaid hebben er werkelijk omhoog gaan komen.
In augustus liepen wij nog bijna dagelijks met gieters en emmers in de weer om uit de sloot water te halen voor de haagbeuk, liguster en meidoorn die wij hadden gepland. De struiken hadden het moeilijk. De liguster blijkt de sterkste van de drie. Haagbeuk en meidoorn hebben het een stuk moeilijker en dat is duidelijk te zien aan de bruine bladeren die zij nu al volop hebben.
Hoe anders was het weer tijdens het zaaien. We hadden onze regenpakken echt wel nodig. Perfecte omstandigheden voor alle zaadjes, want die krijgen door al dat water juist een goede start.
Spontaan opgekomen
Al weken verbazen wij ons erover dat zonder dat wij ook maar iets gedaan hebben er al het nodige groen spontaan opgekomen is in de biodiversiteitstuin. In eerste instantie zou je denken dat het een goed idee is er eens flink met de schoffel doorheen te gaan.
Maar… dat is nu juist niet de bedoeling als je een meer biodiverse tuin wilt. Het is voor sommigen nog even wennen hoe om te gaan met al dit ‘onkruid’. Maar wat hebben wij ons verbaasd over hoeveel verschillende planten je ontdekt als je even de tijd neemt. De prachtigste bloemen zijn er spontaan opgekomen. Waar zijn die vandaan gekomen? Aan komen waaien uit de buurt? Of zaten ze al in de grond, maar hebben ze nooit de kans gekregen groot te groeien doordat er vaak gemaaid werd?
Perzikkruid
Wij hebben meer dan twintig verschillende plantensoorten en nog een veel groter aantal verschillende insectensoorten gezien. Honingbijen, koolwitjes en zweefvliegen; er vloog letterlijk van alles langs. Als je een rondje door de biodiversiteitstuin loopt zie je opvallend veel wat rankere planten met puntig blad en roze of witte, aarvormige bloemen staan; dat is perzikkruid.
Ook de witte bloemen trekken de aandacht; dat is duizendblad. Er groeien grote pollen met gele bloemen; dat is koolzaad. Wist je dat deze plant al sinds tweeduizend voor Christus voorkomt?
Doordat de olie van koolzaad bitter smaakt werd het voornamelijk gebruikt voor lampolie, smeermiddel en zeep. Midden jaren zeventig kwamen er andere rassen op de markt en werd de olie geschikt voor consumptie en het restproduct voor veevoer. In Nederland werd het gewas met name in de provincie Groningen en de Flevopolder enkele decennia geleden relatief veel geteeld.
Biodiesel
In de Flevopolder was het erg geschikt als eerste gewas na de inpoldering, omdat koolzaad niet gevoelig is voor de nog zilte bodem en omdat het vroeg opkomt en daardoor wilde planten onderdrukt. Met dit gewas werd de bodem bewerkbaar gemaakt voor verdere landbouw.
Toen petroleum de prijs deed dalen liep de verbouw terug. Verreweg het meeste koolzaad wordt nu nog verbouwd in Oost-Groningen. Een deel daarvan wordt gebruikt voor het maken van biodiesel.
Meer weten?
Meer weten over welke bloemzaden er gezaaid zijn? Vragen? We zien je graag terug op onze openbare facebookgroep “Biodiversiteitstuin De Dors Oostzaan” https://www.facebook.com/groups/539972147792815