Lente in november
Afgelopen zondag, onder een stralende zon, hebben we onze telronde in het Landsmeerderveld mogen doen. Ook de Vogels leken te genieten want er waren er twee keer zo veel als op de vorige teldag, namelijk 2842.
De meest opvallende groep vogels waren de bijna 500 kieviten, in het weiland tussen het Monument en de Van Beekstraat. Kieviten trekken in najaar en winter mee met de vorstgrens. Dus in een zachte winter overwinteren ze vaak in Nederland, in een strenge winter trekken ze naar sappige weilanden in Engeland en Frankrijk.
Over het hele jaar heen verblijven de meeste kieviten in ons Waterland en in het Utrechtse Eemland. Dat is naast een bijzonder feit ook een verantwoordelijkheid voor onze gemeenten .
Het totale aantal kieviten is namelijk sinds 1990 gehalveerd, bijna ieder jaar vijf procent minder kieviten. Belangrijkste reden voor de halvering is dat de kieviten die bij ons hun eieren uitbroeden hun jongen verliezen voordat ze kunnen uitvliegen. Reigers en vossen zijn bekende rovers, maar de terugloop heeft ook te maken met minder insecten in de weilanden door de lage waterstand, te weinig vaste mest en het eerder besproken arme Rai-gras.
Kieviten bouwen nesten van onder andere strootjes in vaste mest. Hier komen ook vliegen en andere insecten op af. Voldoende voedsel en goede nesten zouden het tij kunnen keren. In deze tijd van transities een mooie klus.
Met het warme weer zagen we juist opvallend weinig meeuwen. Die blijven blijkbaar nog aan de kust voor hun voedsel en of bij de patatzaken die ook geprofiteerd hebben van het fraaie weer. Maar daarover volgende keer meer.
Hanneke van Dusseldorp