De levensduur van een autoband is niet uit te drukken in kilometers.
De levensduur van een autoband is niet uit te drukken in kilometers. (Foto: Adobe Stock)

Wanneer is de autoband versleten en hoe kun je de levensduur verlengen?

Misschien denk je er niet altijd over na, maar na een tijdje is de autoband versleten. Tijd om 'm te vervangen! De vraag is: wanneer is dat? En; hoe kun je de levensduur verlengen?

EEN VERSLETEN BAND IS GEEN KALE BAND

Autobanden zijn versleten op het moment dat de minimum profieldiepte is bereikt. Dit is 1,6 millimeter voor zomerbanden en 4 millimeter voor winterbanden. De richeltjes in het profiel geven dit aan. Desondanks is het slim om de banden niet volledig 'op' te rijden, maar ze al iets eerder te vervangen. Bij een zomerband geldt dat je dit het beste bij 3 mm profieldiepte kunt doen. 

Hoe lang doorrijden?

De levensduur van een autoband is niet uit te drukken in kilometers. Stel dat je vaak optrekt of afremt, dan slijten de banden veel sneller dan wanneer je lange afstanden rijdt op de snelweg. Daarnaast bestaan autobanden uit verschillende soorten rubber. De ene band gaat 100.000 kilometer mee, de andere band 35.000 kilometer. Goed om te weten: een versleten band is geen 'kale' band. Een band kan namelijk ook versleten zijn door de leeftijd. Benieuwd wanneer de band van jouw auto geproduceerd is? Dit kun je zien op de wang van de band. Hier staat een getal van vier cijfers. Kortom: gebruik je de auto niet vaak? Dan is het slim om de leeftijd zo nu en dan te checken. Factoren zoals zonlicht en luchtvervuiling hebben na zes jaar ook invloed op de autoband. Dan is 'ie te oud om veilig te kunnen gebruiken. Tip: laat de band controleren bij de garage. Zo weet je zeker dat je hem nog kunt gebruiken.

Levensduur verlengen

De levensduur van een band is makkelijk te verlengen. De eerste tip: controleer regelmatig de bandenspanning. Veel automobilisten rijden met een verkeerde bandenspanning. Te veel én te weinig lucht heeft meer slijtage tot gevolg, en dat is zonde! Tip twee: probeer in een regelmatig tempo te rijden en probeer abrupt remmen en optrekken zoveel mogelijk te vermijden. 

Vermijd de stoeprand

Tip drie: vermijd tijdens het parkeren de stoepranden. Heb je de auto eenmaal ingeparkeerd, let er dan op dat de band niet half op de stoeprand staat. Dit kan namelijk gevolgen hebben voor de constructie voor de band.