Greetje Kaspers (het Bokkenvrouwtje) en haar broer te midden van enkele medewerkers van de gemeente tijdens de ontruiming van hun huisje.
Greetje Kaspers (het Bokkenvrouwtje) en haar broer te midden van enkele medewerkers van de gemeente tijdens de ontruiming van hun huisje. (Foto: Aangeleverd)

Historische Kring Heemskerk brengt het Bokkenvrouwtje weer tot leven

Algemeen

HEEMSKERK - Zomer 1939. Aan de Jan van Kuikweg, het lange verbindingspad tussen de Gerrit van Assendelft- en de Maerten van Heemskerkstraat, in Heemskerk staat een tuindershuisje te verkommeren achter een ongeschoren ligusterhaag.

Leegstaande hutje op nr 16 speeldomein voor buurtkinderen

Op een woensdagmiddag stapt een vrouw op de kinderen af en vraagt hoe ze in dat huisje kan komen. Even later klautert ze naar binnen. Spoedig daarna blijkt dat zij het pandje gekocht heeft. Voor 750 gulden.

Oude moeder

Zij trekt erin met haar oude moeder en een hele menagerie aan beesten. Geiten, bokken en twee hondjes. Later komen daar nog katten en konijnen bij. Haar komst blijft bij de buurtbewoners niet onopgemerkt. Als zij langstrekt met haar geiten en bokken, kan je dat een uur later nog ruiken. Ook haar gedrag wekt bevreemding. Als zij op haar fiets langskomt, bungelen aan haar stuur allerlei zaken die zij op de een of andere manier vergaard heeft. 

Bijnaam

Al heel gauw heeft ze een bijnaam, een niet ongebruikelijke gewoonte in het vooroorlogse Heemskerk. Die naam was ‘het Bokkenvrouwtje’ of ‘het Bokkenwijffie’. Wie was deze vrouw? Waar kwam zij vandaan? En waarom leefde zij zo?

Het was Greetje Kaspers, geboren op 30 april 1898 in de Amsterdamse binnenstad. Twee jaar later was haar broer George geboren. En omdat beide ouders buitenshuis werkten, moest Greetje op haar broertje passen. Tijdens dat oppassen was George een keer gevallen, waardoor hij een hersenbeschadiging had opgelopen. En omdat Greetje na schooltijd altijd direct naar huis moest om haar broertje bezig te houden, ontstond er een band voor het leven tussen de kinderen.

Tuindershuisje

Die band bestond nog steeds toen Greetje, met haar moeder (vader was in 1934 overleden), van Spaarndam naar Heemskerk verhuisde en uiteindelijk in dat tuindershuisje aan de Jan van Kuikweg neerstreek. Want toen moeder in 1942 ook was overleden, nam Greetje haar broer, die tot dan in een instelling woonde, meteen weer onder haar hoede.

Zodoende kwam George in oktober 1942 bij zijn zuster in huis. George, die zichzelf steevast Frits noemde, kreeg in de loop van de tijd de bijnaam ‘malle Frits’.

Gedurende de oorlog werd het leven steeds moeilijker. Ook voor Greetje die al haar beesten van voedsel moest blijven voorzien. Ze struinde alles af. De talloze katten waren mager, maar Greetje kon er geen afstand van doen. Ze was ook van plan haar huisje te verbouwen, maar daar kwam het niet van. In de oorlog zijn ook haar geiten en bokken gestolen. Een laffe streek. De daders zijn nooit gevonden.

Ratten en muizen

Langzamerhand werden Greetje en George afhankelijk van anderen, maar daar wilden ze niets van weten. Hun huisje verkrotte steeds meer: ratten en muizen leefden er paradijselijk. Kranten, nat en vochtig, lagen tegen de muur opgestapeld. Beddengoed kenden ze niet: ze sliepen tussen de lompen. Dat kon zo niet doorgaan. Ze moesten dat krotje uit. Bovendien moest het huisje wijken voor nieuwbouwplannen. Ook al wilden ze niet weg, de buurtbewoners vonden dat het zo niet langer kon. Om Greetje en George toch zover te krijgen heeft huisarts Van Monsjou de nodige moeite moeten doen. 

Politie

Zelfs de politie moest er uiteindelijk aan te pas komen. Midden in de jaren zestig ging de gemeente tot ontruiming over. Er was geen andere oplossing, vond men toen.

Vele vrachtwagens vol afval reden naar de vuilnisbelt. Men telde onder andere 39 fietswielen en 52 leger-broeken. De brandweer heeft tenslotte het krot verbrand. Toen na het slopen van haar huisje de laatste vrachtauto met de door haar vergaarde spullen wegreed naar de vuilnisbelt, klemde Greetje zich aan de achterklep vast. Een triest gezicht.

Via Westerburgh kwamen Greetje en George in Westerheem terecht. En vandaar, via een periode in het oude Sint Jozefziekenhuis, in verpleeghuis de Noordse Balk in Wormerveer. Ook daar bleken ze niet te scheiden. Op het laatst vroeg George zelfs of hij samen met zijn zus op één kamer mocht wonen. Het verplegend personeel had hier begrip voor en zo kwamen ze dus weer samen, ieder moment hand in hand bij elkaar.

Goed verzorgd

Greetje hield nauwlettend in de gaten, dat haar broer goed verzorgd werd. Zodoende kreeg hij bijvoorbeeld elke zondag een advocaatje. Ontroerend was de liefde tussen broer en zus die bijna hun hele leven samen waren geweest en lief en leed hadden gedeeld. Op 3 maart 1990 is Greetje op bijna 92-jarige leeftijd overleden. George overleed op 12 mei 1991. In zijn rouwadvertentie stond te lezen: ‘Lieve Greetje, nu ben ik voor altijd weer bij jou’.

Vrijdagmiddag

De Historische Kring Heemskerk vertoont vrijdagmiddag tussen 14.00 en 16.00 uur filmbeelden van het Bokkenvrouwtje en haar broer. Plaats: het Historisch Huis in de Mariaschool aan de A. Verherentstraat. Gratis toegang, inclusief koffie of thee.