Jerry laat vanuit Mexico weten dat het naar omstandigheden uitstekend gaat.
Jerry laat vanuit Mexico weten dat het naar omstandigheden uitstekend gaat. (Foto: aangeleverd)
Update

Het gaat goed met Jerry Huizinga in Mexicaanse kliniek

Algemeen

PUEBLA (MEXICO) - Om met de deur in huis te vallen: het gaat naar omstandigheden goed met Jerry Huizinga, die momenteel in het Mexicaanse Puebla een stamceltransplantatie ondergaat om hem van de slopende ziekte Relapsing Remitting Multiple Sclerosis (RMMS) af te helpen. We spraken hem vanmiddag via beeldbellen en hij is uitermate opgetogen over de situatie tot nu toe. Dinsdagavond om halfzeven worden maar liefst 2,7 biljoen stamcellen bij hem teruggeplaatst. En dat is opmerkelijk, want de behandelend specialist heeft uitgerekend dat minimaal 90 miljoen stamcellen nodig zijn om het herstelproces met vertrouwen tegemoet te treden.

“Ik heb gelukkig de laatste chemokuur gehad en richt me op de terugplaatsing van de stamcellen. De specialist geeft me goede hoop op een spoedig herstel. Dat maakt me gematigd gelukkig en zeker opgewonden”, laat Jerry vanuit Puebla weten. Vanaf woensdag 15 juni gaat hij voor 8 tot 10 dagen in een bubbel (quarantaine) en als zijn bloedwaardes goed blijven, mogen hij en zijn vrouw Anne, die hem steeds terzijde staat, snel de terugreis naar Nederland aanvaarden.

Huizinga heeft een heftige tijd achter de rug in de Clinica Ruiz in Mexico. “Van de chemo ben ik steeds kortmisselijk geweest. Ik moest veel water drinken, heb hevige koortsaanvallen gehad, maar alles is nu achter de rug. Ik heb zo’n ongelooflijke steun gehad aan Anne, dat kan ik je bijna niet vertellen. Zij heeft me er bovenop geholpen en gehouden.”

Aan zijn verblijf in Mexico heeft hij nu al de nodige vriendschappen overgehouden. “We zitten hier met tien Nederlanders, die allemaal hopen op een beter leven dan dat ze hier naartoe gingen. Gelukkig gaat het met iedereen naar omstandigheden goed, ook met de andere nationaliteiten waaronder Francisco uit Mexico en Nicolas uit Canada. Ook zij zijn vrienden geworden.”

Regelmatig heeft Jerry contact met familie en vrienden. “We beeldbellen dan even en wat weet iedereen weer hoe het is. Dat helpt ons enorm”, zegt hij tot slot.