V.l.n.r.: Ben Segaar, Dirk de Waart en Hein Molenaar: "Het is hard werken op een kwak."
V.l.n.r.: Ben Segaar, Dirk de Waart en Hein Molenaar: "Het is hard werken op een kwak." (Foto: RodiMedia/NV)

Bevlogen vrijwilligers houden oude Volendammer kwakken in de vaart

VOLENDAM – Ze vormen een mooi beeld in de haven, de oude fraai gerestaureerde Volendammer kwakken. In de hoogtijdagen van de visserij, tot 1932, lagen er zo’n 200 in de Volendamse haven. Nu heeft de Vereniging Behoud de Volendammer Botters er nog vier van hout, en nog een in staal. Het is echter een flinke opgave om deze te onderhouden en varende te houden. Een club van bevlogen vrijwilligers, geholpen door sponsoren, doet er alles aan. Maar meer handjes en hulp zijn altijd welkom om dit varend erfgoed te behouden. Drie schippers leggen uit waarom dit zo belangrijk is.

door Nelleke Vogel

Enige tastbare herinnering aan waarom Volendam ooit een vissersdorp werd genoemd

Hein Molenaar, Dirk de Waart en Ben Segaar zitten nog even aan de koffie voor ze zich opmaken voor een bedrijfsuitje met de botter en steken direct van wal. Na het bouwen van de Afsluitdijk had de bottervloot afgedaan. Ze gingen voor een habbekrats van de hand of, bij slechte staat, werden afgezonken. “Men had er slechte associaties mee”, vertelt Hein. ”Ze stonden voor armoede, voor noeste arbeid met weinig verdiensten. Volendammers van die generatie hadden er niet echt warme gevoelens bij.” Tot een latere generatie er juist wel weer de romantiek van inzag.

Wrak voor een gulden

Het zaadje van de Vereniging werd gelegd in 1992 toen een paar studenten voor een gulden het wrak van een botter opkochten van het Zuiderzeemuseum. “Op een ponton werd hij naar Volendam gevaren, naar de plek van Smit Bokkum waar destijds een noodwerf werd ingericht”, verhaalt Hein. “Het duurde een jaar of acht voor deze VD172 was opgeknapt. Hij werd in 2000 te water gelaten als een nieuwe kwak.” Met deze eerste kwak ontstond de behoefte om de historie van de Volendammer visserij te behouden. “Men wilde eigenlijk het beeld dat toen de haven bepaalde, met de kwakken, terughalen”, vult Dirk aan. 

Dagbesteding

De VD172 werd ondergebracht in een stichting. Een paar jaar later kwam er hulp in de vorm van Odion. Deze had interesse in een andere kwak, de VD84, om de restauratie ervan en het onderhoud te gebruiken als dagbesteding voor cliënten. Daarvoor werd de Stichting Pieter Bell opgericht. Vervolgens kwam de VD5 in beeld, opgekocht door één van de studenten van de VD172. De restauratie bleek te kostbaar voor hem maar Dick Kwakman van Kivo stond klaar om de botter over te nemen, deze was namelijk van zijn vader geweest. Hij schonk hem aan de Stichting Zuyderzee Cultuur Volendam. En zo waren er drie kwakken. 

Bonaire

De vierde en tevens laatste nog varende kwak, de VD17, bleek Amerikaanse toeristen rond te varen op Bonaire. Omdat ook daar het onderhoud te duur werd was hij te koop. Met de financiële hulp van een aantal Volendammer ondernemers uit de horeca, bouw- en dienstverlening werd een stichting opgericht en zo kwam ook de VD17 terug naar Volendam.

Vereniging neemt over

Vier stichtingen met elk een eigen kwak was niet echt efficiënt en zo ontstond in 2010 de Vereniging Behoud de Volendammer Botters die de zorg voor de vier kwakken overnam van de vier stichtingen. De vereniging is een vrijwilligersorganisatie met ANBI-status en de 50 tot 60 vrijwilligers stellen alles in het werk om de kwakken drijvende te houden. Er zijn timmerlieden, schilders, metaalbewerkers, etc. en natuurlijk schippers en maten. De laatsten, waaronder Hein, Dirk en Ben, hebben het varen met de botters onder de knie, want de zeilende platbodems vragen wel wat specifieke vaardigheden. 

Belang van zijzwaarden

“Daar kan niet iedereen mee overweg”, zegt Ben. “Het is een aparte sport. Een platbodem heeft een geringe diepgang en twee zijzwaarden die je op de juiste manier moet bedienen zodat je de wind aan de zeilen kunt zetten. Ze zijn gebouwd op de ondiepe wateren aan het uiteinde van de Zuiderzee. De zwaarden nemen de functie over van de kiel. Zonder dat wordt het schip weggedrukt door de wind, nu kun je beter koers houden en tegendruk geven.”

Opleidingstraject 

Daarom is er ook een opleidingstraject opgezet om schippers en maten te werven, waar nu een kleine zestien jongeren aan mee doen. “Je ziet hier toch wel een wat oude club zitten”, lacht Hein. “ We willen graag meer jongeren betrekken om de continuïteit te waarborgen.” Speciaal hiervoor is een mini-kwak gebouwd, een aluminium exemplaar, onderhoudsvrij, met alles er op en aan van een volwassen kwak. “Doel is om zowel de botter in de haven te houden als varende, dat is wel het belangrijkste. Als ze stilliggen gaan ze er ook niet op vooruit. En tegelijk is het mooi dat de cultuurhistorie bewaard blijft. Mensen zien wel in dat dit waarde heeft.”

Stoer schip en hard werken

Dirk vult aan: “En het is natuurlijk een stoer schip. Je moet wel wat doen, het is hard werken. En er is geen stuurhut, je staat gewoon in de regen."

Fondsen werven voor restauratie

De houten kwakken zijn op deze vier na wel uitgestorven. In 1911 werden er ook zes stalen kwakken gebouwd, daarvan heeft de vereniging er één teruggevonden die ze nu wil opknappen. En waar hebben ze die dan gevonden? “Op Marken .." Hard gelach. “Deze werd daar bewoond maar was in zo’n slechte staat dat ze hem wilden verkopen. Het is zo denken wij de laatste ontwikkeling in de Volendammer kwakken. Volgens het schepenregister is de rest weg. Dit stalen exemplaar is nog in redelijke vissersmanuitvoering en nog zeilende. We mochten hem voorlopig stallen bij Micks’ Kraanverhuur gelukkig. We zijn nu druk doende om fondsen te werven om deze restauratie in gang te zetten.”

Eigen botterwerf

Die zijn nodig, want ondanks de grote variëteit aan vrijwilligers is de vereniging net een klein bedrijfje. Hein: “Onze grote wens was om een eigen botterwerf te hebben, met name voor het groot onderhoud. En dat is na zes jaar, in samenwerking met de gemeente, Stichting Culicafé en Odion, nu gelukt, naast Smit Bokkum op Slobbeland. Het is wel een kostenpost maar we besparen daarentegen weer op groot onderhoud omdat je overdekt kunt doorwerken.” De oplevering staat gepland op 21 juni waarna de vereniging zelf, samen met cliënten van Odion, voor de afbouw zorgt.

Chartertochten

Het geld wordt, naast wat van de sponsoren en donateurs komt, verdiend met de chartertochten. Daar liggen door de inhaalslag na corona flink wat aanvragen. “Voor veel bedrijven is het ook vaak een stukje teambuilding”, zegt Hein. “En bedrijven die gouden sponsor worden mogen sowieso een dagdeel komen varen.”

Tastbare herinnering

De kwakken doen het ook goed bij de toeristen. “Het is natuurlijk een mooi plaatje. Laatst stonden er een paar Duitsers op de kade. Ze hadden in de brochure van het hotel een foto gezien van de botters in de haven en wilden graag meevaren. Die foto bleek voor hen zelfs de reden dat ze naar de haven waren gekomen. Daarin zie je dat het voor het toerisme ook belangrijk is. Het is de enige tastbare herinnering aan waarom Volendam ooit een vissersdorp werd genoemd en wat Volendam heeft gemaakt tot wat het nu is.”

De rust erin

Dirk zat zijn leven lang in de jachtbouw, voor hem was de stap naar de botters niet zo groot. Ben zit al vanaf zijn vierde jaar op zeilbootjes en fungeerde enige tijd als tjalkschipper bij zeilkampjes. Hein had tot hij in 2010 halve dagen ging werken en tijd over had, nooit voet op een boot gezet. Hij ging zijn vaarbewijs er zelfs voor halen. “Ik vond het een leuke hobby maar het werd van kwaad tot erger”, lacht hij. En dat is het nog steeds, een hele leuke hobby. “Wanneer je eenmaal op het water bent, het zeil omhoog gaat en de motor uit: dat moment dat de rust erin komt, dat is echt onbetaalbaar!”


www.volendammerbotters.nl

Op de voorgrond; de mini-kwak.
Een mooi beeld in de haven.
Afbeelding