Afbeelding
(Foto: aangeleverd)

Vijftig tinten groen in Noord 11

De elfde tint groen in Noord is een gedichtje: ‘Ik gras groener, jij grast groener, maar ook blauwer, geler, roder en bovendien, veel langer.’ Herken je het? Dikke kans dat je dan net als ik stilstond op het van der Pekplein en je afvroeg wat dat grappige minibosje daar ineens deed. Deze tekst hangt erbij. 

Er staat een hek omheen, daarbinnen zijn allerlei kleine boompjes geplant. Een guerrillabos, vermoed ik. Het staat er al best een paar maanden, mooi hek eromheen, met zorg aangelegd. Het is niet groot en het staat niemand in de weg. De boompjes reiken niet hoger dan mijn navel. Maar wat staat er in het gedichtje? Precies, ze worden nog langer. Kleine boompjes worden groot. Ineens zijn ze zó groot dat ze wel schaduw werpen of het verkeer hinderen, of iets anders waar wij mensen last van hebben. Gelukkig is daar van tevoren over nagedacht en is er zoiets als een kapvergunning. Dus net als je denkt: ‘Weg met dat rommelige bosje,' precies dan, is het al veilig. Tenzij je aan kunt tonen dat het een gevaarlijk bosje is vol gevaarlijke bomen. Eens kijken wat er zoal staat: Berk en haagbeuk, die worden max 20 meter, vlier, hazelaar en meidoorn niet veel meer dan zes, brem, roos, duindoorn en wat boompjes die nu al dood zijn. Zo gevaarlijk is het dus allemaal niet. De stokrozen die ernaast staan zijn nu al langer. Er is keurig omheen gemaaid, het hele groenstrookje, dat vroeger alleen maar gras was, knapt ervan op. Groei maar groen, groei maar langer en geler en blauwer en roder. En blijf ook lekker lang, laat je niet omhakken.

Nancy Wiltink

www.moestuinschoolamsterdam.nl Tips onterecht onopgemerkt groen welkom naar info@moestuinschoolamsterdam.nl