Afbeelding
(Foto: GvW-T)

Ligge en legge

Ooit voetbalde ik een blauwe maandag bij de club in mijn geboortedorp Den Hoorn. Ik was een jaar of tien. Als wij een doelpunt maakten, heette dat geen 'scoren' zoals nu. 

Onze taal werd nog niet overstelpt met onnodig Engels. Nee, we noemden het: een doelpunt zetten. En daarna zeiden we: 'Die zit.'. Even nadenken, dan zie je het verschil. 'Zetten' is de handeling, 'zitten' is het resultaat, de toestand.

Bij 'leggen' en 'liggen': precies zo. 'Leggen' is de actie, 'liggen' de rust. In de taalkunde zeggen we dan dat 'leggen' het causatief is van 'liggen'. Het is: ervoor zorgen dat iets ligt. En zo is 'zetten' het causatief van 'zitten'.

Er zijn meer van zulke woordparen. 'Vellen' is: doen vallen. (De boswachter velt de eik). 'Zogen' is: laten zuigen (Moeder zoogt haar kindje). 'Pletten' is: plat maken. (Henk plet het vijfduizendste rondslingerende Red Bull-blikje). En, minder gewoon: 'drenken' is: laten drinken. (De boer drenkt zijn vee).

Zes woordparen dus. Je zou denken: een glashelder systeem. Makkelijk te leren. En toch wijken we er in onze streektaal volop van af. Geen verwijt van mij maar een vaststelling.

In het Algemeen Nederlands (AN) is het: liggen, lag, gelegen (sterk). En: leggen, legde, gelegd (zwak). Maar in de streektaal horen we vormen als:

- 'Ik had die pen toch op tafel gelege?' (gelegd)

- 'Hij hep de hele dag an me kop legge zeure.' (liggen)

- (Vraag en antwoord) '-Wat zeggie?' '-Azzie val dan leggie.'. Als je hier AN van maakt, rijmt het niet meer.

- 'Die weg had allang angelege motte weze.' (aangelegd moeten zijn)

Oude vormen zijn: 'Hij leit' en 'hij lee'. De eerste (heb ik zelf nooit gehoord) kun je nog zien op oude grafstenen in kerken: 'Hier leyt (...) en dan de naam van de overledene. En de tweede ken ik uit de mond van mijn moeder: 'Hij lee voor merakel' (hij lag op apegapen).

(Dit is een bewerking van een tekst die ik in februari 2018 schreef in 'Westland Toen', een toenmalige maandkrant).

Reacties

Piet Barendse (Naaldwijk) meldt dat men het, behalve over het knippen van (tafel)druiven, ook had over 'snije'.

Bert van Bommel (ook Naaldwijk) vraagt o.m.: waarom bij 'De Poelek' wel een lidwoord en bij 'Nalek' geen lidwoord. Ik heb er geen verklaring voor. Wel is duidelijk dat een lidwoord ervoor het meeste voorkomt: 'De Hoek', 'De Heul', 'De Ouwe Lee' enzo.

Henk Tetteroo

Reacties zijn van harte welkom. Schrijf naar: Boliviastraat 20, 2622 BL DELFT. Of mail naar: H.Tetteroo@gmail.com