Afbeelding

Op de pijp met... Koos Verbeek

Algemeen

Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken. Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we met: Koos Verbeek.

Tekst: Esdor van Elten / Foto: Ton van Zeijl

Zijn cv lijkt wel eindeloos. Koos Verbeek (73) is zijn hele leven al een drukbezet man. En hij is niet van plan daarmee te stoppen, al is hij inmiddels in de zeventig. “Oud? De duivel is oud.” Koos is getrouwd met Toos en woont in Honselersdijk. Samen hebben zij vier kinderen, waarvan één overleden, en twee kleinkinderen.

Waar kom je vandaan?

Ik ben in Honselersdijk geboren en getogen. En ik heb daar vrijwel mijn hele leven gewoond. Ik kom uit een tuindersgezin en was de achtste van twaalf kinderen. Een druk gezin en een huis waar, zoals overal ook een kruis was. Een van mijn broers was spastisch en is jong overleden. Een andere broer kreeg polio (kinderverlamming). Dat heeft mijn ouders veel hoofdbrekens gekost in onze jeugd. Mijn vader teelde druiven en tomaten, en later anjers en gerbera’s. Zelf ging ik in de chrysanten.

Wilde je altijd al tuinder worden?

Al op mijn tiende zei ik ‘ik ga tuinen, maar niet zoals mijn vader.’ Het ondernemer zijn trok me aan. Een werkgever hebben? Dat leek me niks, ik wilde zelf mijn leven bepalen. Uiteindelijk ben ik heel jong zelfstandig geworden. Na de Bartholomeusschool in Poeldijk ging ik naar de HBS. Dat heb ik twee jaar gedaan, want uiteindelijk wilde ik liever in het bedrijf van mijn vader gaan werken. Dat is zo’n beslissing waar je later een beetje spijt van hebt, want als ik het over kon doen zou ik ‘m wèl afmaken. Maar aan de andere kant, dan had ik ook een heel ander leven gehad. Wel heb ik mijn hele leven bijscholingen en cursussen gedaan. Op mijn 21e had mijn vader er geen zin meer in en vroeg me of ik alsjeblieft de tuin wilde overnemen. En toen was ik ineens ondernemer.


Wat wilde je anders doen dan je vader?

We waren al op een andere teelt overgestapt. We hadden eerst anjers, maar ik stapte over op chrysanten, omdat je die ook jaarrond kunt telen. Dus daar zat het verschil niet zo. Het was meer mijn instelling: Ik zag dat mijn vader eigenlijk alleen maar met de tuin bezig was. Hij kwam er haast niet vanaf. Dat wilde ik anders doen. Ik wilde meer dan alleen werken. Het resulteerde erin dat ik uiteindelijk veertig uur werk had buiten het bedrijf, naast de veertig uur bìnnen het bedrijf.

Waar had je het dan zo druk mee?

Al haast vanaf het begin heb ik bestuurlijke taken op me genomen. Ik werd op mijn 22e secretaris van de Chrysanten-commissie, van het bestuur van de jongeren LTB, de katholieke land- en tuinbouwbond. Ik ben ook voorzitter geweest van SITU: Stichting Informatieverwerking Tuinbouw, waarmee we probeerden de toenemende automatisering in de tuinbouw te coördineren. Ik ben betrokken geweest bij de Westlandse bloemenstudieclub. Lid geweest van de Raad van Toezicht van de bloemenveiling en van de Rabobank. Ik heb in een schoolbestuur gezeten... teveel om op te noemen.

Geen politieke ambities?

Ik ben altijd vol overtuiging actief lid geweest van het CDA. Maar ik had meer met de provincie en de Tweede Kamer, dan met de gemeentepolitiek. Op mijn 42e werd ik gevraagd om lid te worden van het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland. Dat was, vind ik, de mooiste functie uit mijn loopbaan. Ze zochten iemand uit het Westland en ik dacht ‘dat kan ik er nog wel bij hebben’. Alles bij elkaar heb ik 17,5 jaar als Hoogheemraad bij het Hoogheemraadschap gezeten. Langer dan de planning was. Maar wel in verschillende functies. Ik geloof dat je niet te lang één ding moet doen. Zo ben ik betrokken geweest bij de reconstructie van Midden-Delfland, en van Pijnacker-Nootdorp. Ik heb waterbeheersing en Financiën gedaan. Niet dat ik daar nou speciaal voor gekwalificeerd was, maar met boerenverstand en de goede vragen kunnen stellen kom je een heel eind. Ik ben ook bezig geweest met de waterkeringen, ruimtelijke ordening en waterbergingen.

Dat was heel actueel in Westland in die tijd...

In 1998 en 1999 veroorzaakte wateroverlast echt een ramp in Westland. Op zulke momenten ben je wel echt van waarde. Het Hoogheemraadschap lag flink onder vuur omdat we onze zaken niet op orde zouden hebben. Maar dat hadden we wel. We waren alleen niet voorbereid op zulke extreme omstandigheden. Na de wateroverlast van 1998 hadden we veel moeite gedaan om het voorkomen van wateroverlast op de begroting te krijgen. Dat werd steeds geweigerd. Maar na de wateroverlast van 4 oktober 1999 hebben we dat toch voor elkaar gekregen en daarna vele waterbergingen kunnen realiseren. Daarnaast is er in die tijd nog een nieuwe zuivering gebouwd in de Harnaschpolder.

En daarna?

Vanaf 2002 heb ik in de Provinciale Staten gezeten voor het CDA. Ruim twee periodes lang. Daarna nog in Hoek van Holland in het dagelijkse bestuur van de deelgemeente aldaar. In 2016 heb ik nog overwogen me verkiesbaar te stellen voor de gemeenteraad van Westland, maar ik zag daarvan af. Ik was toen 67 en ik wilde geen jongere in de weg gaan zitten, zij zijn de toekomst en moeten ervaring opdoen.


Waarom deed je dat allemaal?

Tja.. interesse. Ik bedenk graag hoe dingen in de toekomst beter zouden kunnen gaan. En daar een steentje aan bijdragen. Iets vinden is een ding, maar je moet ook iets doen. En als ik iets doe, dan wil ik het ook goed doen In dat opzicht ben ik een streber. Ik geloof in visie. In vooruit kijken. In richting geven. Ik geloof ook echt dat we op aarde zijn om voor en met elkaar een gemeenschap te vormen.

Je bent een mensenmens?

Absoluut. Ik heb mensen altijd belangrijker gevonden dan mijn bedrijf. Dat is vanuit zakelijk oogpunt niet altijd handig, maar ik zou niet anders willen. Zo ben ik ook opgevoed. Met twee broers met een handicap word je met je neus op de feiten gedrukt dat er meer is dan geld, spullen en werken.

Je gelooft in de gemeenschap...

Ja. Zeker. Het is hard werken om gemeenschappen bij elkaar te houden. Toen in 2015 het plaatselijke dorpsblad De Poeldijker werd opgeheven zagen we dat dat niet goed was voor het dorp. Dus hebben we met een kleine groep een nieuw dorpsmagazine, Poeldijk Nieuws, opgezet. Want dat helpt de gemeenschap. Het eerste jaar draaiden we 85 euro winst. Maar nu, anno 2022 bestaat het nog steeds en heeft het een warme plek in het dorp. Eind november heb ik ook daar afscheid genomen na twee termijnen als voorzitter in het bestuur te hebben gezeten. Tijd om er weer andere mensen bij te betrekken.

Zet je je daarom ook in voor de Bartholomeuskerk?

Onze familie is altijd betrokken geweest bij de parochie. Mijn betrokkenheid heeft niet zozeer met geloof te maken. Ik geloof wel dat er na dit leven iets is, maar het gaat me vooral om het leven nú. De gemeenschap dus. Want of je nou gelovig bent of niet, de kerk heeft een enorme rol in de gemeenschap gespeeld. Het verbond de maatschappij. Er kwam van alles uit voort, van scholen tot verzorgingshuizen tot sportverenigingen en sociëteiten. Met het teruglopen van het geloof in de gemeenschap valt ook die binding weg. En een gemeente kan zoiets niet overnemen. Dat moeten de mensen zelf doen. Ik zet me niet zozeer in voor de kerk maar wèl om het kerkgebouw als gemeenschapsruimte te kunnen behouden. Dat is een icoon in het dorp en in Westland. Eigenlijk wil niemand hem kwijt, maar dan moet je er wel iets mee en in gaan doen, anders wordt het dode steen. Daarom hebben we de Stichting Bij Barth opgericht. Om te kijken hoe we de kerk als gemeenschapshuis als centraal punt van ontmoeten voor alle mensen in Poeldijk kunnen behouden. En we willen er vele activiteiten in gaan organiseren.

Gemeenschap staat onder druk...

Ja. De maatschappij verhardt. Maar het wordt ons ook niet makkelijk gemaakt. We verzuipen in Nederland in de regels en wetten, die gemeenschap eerder verstikken dan helpen. En toch ben ik optimistisch. Er is nog steeds de wil tot saamhorigheid. Ik blijf vertrouwen dat het goed komt en daar draag ik graag mijn steentje toe bij!