Transitie


. Het woord hoor ik tegenwoordig zo vaak dat ik me afvroeg of iedereen in transitie was. Toen er ook nog gesproken werd over transitievergoeding en -toeslag kwam er bij mij iets van ongerustheid naar boven. Een kans op een nieuw financieel debacle voor de regering? In de Tweede Kamer wordt het woord ook gebruikt alsof het voor alle andere woorden geplaatst kan worden. Bij globalisering, digitalisering, verduurzaming, vergrijzing, verstedelijking, flexibilisering, klimaat, energie, demografisch, zorg, management en jawel, ook bij de kerk en de politiek. MP Mark Rutte sprak bij de melding dat de QUEEN was overleden dat er sprake was van transitie van het Verenigde Koninkrijk.

Ik wilde weten of ik ook op de een of andere manier in transitie ben. En… ik ben erbij. Omdat W.E.Sterlee gaat verhuizen. Dat is een structurele, ingrijpende en elkaar versterkende grootschalige onomkeerbare verandering in mijn leefsituatie. Daarbij komen ook nog de sociaal-culturele en sociaal-emotionele ontwikkelingen om de hoek kijken.

Dat zal ik allemaal moeten ondergaan… Wat kan er niet mee naar de nieuwe vesting en waar laat ik dat dan? Wat moet er wel mee en waarom? Aan één ding hoop ik vurig te kunnen ontsnappen. Een transitie volledig tot het beoogde einde brengen, duurt volgens de deskundigen ongeveer 25 tot 50 jaar. Zelfs aan maanden of weken wens ik geen ge

hoor te geven. Vooruit, met dagen wil ik wel instemmen.

Verder nog een simpel voorstel. Laten we ons voortaan houden aan de vertaling die in 1858 aan het Franse woord ‘transition’ werd gegeven: transitie is ‘de overgang in ene rede van de ene zaak tot de andere’.