Afbeelding
(Foto: )

Natascha Ringeling, Gerben Burger en Eric van den Akker

Ze werken, ze slapen, ze doen leuke dingen in hun vrije tijd. Maar altijd staan ze wel een beetje op scherp, want elk moment kan de pieper gaan. Natascha Ringeling (45), Gerben Burger (52) en Eric van den Akker (49)zijn vrijwilliger bij de KNRM, Reddingstation Ter Heijde (niet te verwarren met de Reddingsbrigade.) “Je moet wel een beetje een kronkel in je hoofd hebben.” Natascha is single, heeft twee dochters en woont in Ter Heijde. Gerben is getrouwd met Isbe, heeft een dochter en woont in ‘'s-Gravenzande. Eric woont met zijn vrouw Joke en drie zoons in Monster.

Met wie zit ik hier?

Natascha: Ik ben Natascha. Geboren in Zoetermeer en daar opgegroeid met mijn jongere broer, maar ik woon nu alweer acht jaar in Ter Heijde. Een fijne plek. Ik heb altijd al dicht bij het strand willen wonen. Mijn ouders waren ambtenaar en ik inmiddels ook, maar als meisje wilde ik vooral iets creatiefs doen. Na de mavo ging ik daarom naar het Grafisch Lyceum. Vervolgens heb ik drie jaar in de fotografie gewerkt en daarna kwam ik in de reiswereld terecht. Na een aantal jaren ben ik als stewardess bij Transavia gaan werken. Dat heb ik ruim twintig jaar gedaan Nu werk ik bij het Havenbedrijf van Scheveningen.

Gerben: Ik ben Ger, een geboren Naluker. Ik had twee broers, maar één van hen is helaas al overleden. Mijn vader was tuinarbeider, maar ik had van jongs af aan al iets met techniek. Na de Johannesschool en de LTS ging ik verder in het leerlingwezen om mijn papieren als automonteur te halen. Ik heb een aantal jaren in loondienst gewerkt maar inmiddels werk ik al 17 jaar voor mezelf.

Eric: Ik ben Eric, opgegroeid in Monster in een ondernemersgezin, samen met mijn zus. Mijn vader had een bouwmarkt. Na de Rehobothschool ging ik naar de mavo, maar die maakte ik niet af. De LEAO wel en daarna deed ik een middenstandsopleiding. Vervolgens ging ik in de zaak bij mijn vader werken. Na verloop van tijd merkte ik dat dat toch niet echt iets voor mij was. Inmiddels ben ik hoofd van de facilitaire dienst van ISW Hoogeland.

Hoe kwamen jullie bij de KNRM terecht?

Natascha: Ik woon hier vlakbij dus ik zag wel eens een en ander gebeuren bij het boothuis. Dat vond ik wel interessant. Vanuit mijn achtergrond als stewardess heb ik natuurlijk ook al enige kennis van veiligheid en dergelijke. Ik hoorde dat ze opstappers zochten. Geen idee wat dat was, dus dat ben ik maar gaan vragen. Zo raak je in gesprek en toen stapte ik vrij snel op.

Gerben: Ik kende mensen van de KNRM en was ook donateur en lid van de club van 100. Op een gegeven moment vroegen ze of ik geen interesse had om de reddingboot te helpen onderhouden. Die boot heb ik een tijd afgehouden want ik had werk zat. Maar bij een demonstratie in IJmuiden voor clubleden hesen ze me een keer in zo’n overlevingspak en donderden me overboord. En toen was ik verkocht. En inmiddels doe ik dit alweer 10 jaar

Eric: Ik zat vroeger al bij de vrijwillige brandweer, dus iets zat er al wel in. Een collega daar vroeg me of de KNRM niks voor mij was. Ik wist op dat moment het verschil tussen bak- en stuurboord niet. Maar ik ging een keer mee en net als Gerben was ik toen meteen verkocht.

Wat is er dan zo aantrekkelijk aan dit werk?

Eric: Het zijn allerlei dingen. Het materiaal waarmee je de zee opgaat. Het team en de saamhorigheid.

Gerben: Maar ook een stukje spanning en avontuur. Je weet van tevoren nooit in welke situatie je terecht komt.

Natascha: Voor mij was het een mooie manier om mensen te leren kennen in het Westland. En het is gewoon ook mooi werk om te doen En ik voel een aantrekkingskracht tot de zee.

Om mensen te leren kennen kun je ook naar een bingo-avond in Het Vrondel gaan…

Natascha: Ik geloof dat ik dit dan toch leuker vind.

Gerben: Je moet voor dit werk ook wel een beetje een thrillseeker zijn.

Eric: “Je moet gewoon een bepaalde kronkel in je kop hebben om er uit te willen gaan in het pikkedonker met windkracht acht, in plaats van behaaglijk in je bed te rollen.

Want het is geen ongevaarlijk werk…

Gerben: Hoe goed je materiaal ook is en hoe goed je ook getraind bent, je weet dat het mis kan gaan. Dat is part of the game en daar zijn we ons echt van bewust.

Eric: Als je dit gaat doen moet je wel beseffen dat het geen damvereniging is. Ik heb ook wel eens in een zinkend bootje vastgezeten en alleen dankzij een collega die de boel lossneed is dat goed afgelopen.

Gaan jullie er vaak op uit?

Gerben: Ons station krijgt zo’n vijftig, zestig meldingen per jaar. Dat kan een schip in nood zijn, maar ook een kitesurfer die problemen heeft of een zieke zeehond op het strand. Niet alleen de boot gaat eruit, we hebben ook mensen aan de wal, bijvoorbeeld in ons kusthulpverleningsvoertuig. Dat klinkt minder spectaculair, maar het is een enorm belangrijke schakel in ons werk. We gebruiken ‘m als communicatiestation, of om drenkelingen op het strand te zoeken. Walmensen zijn vaak moeilijker te vinden dan opstappers, maar zonder hen wordt er niet gevaren. En bij sommige acties is het spannender aan de kust dan op het water.

Als je zo vaak opgeroepen wordt, ben je dan niet altijd alert?

Eric: Je moet er altijd rekening mee houden, want je moet binnen tien minuten op het station kunnen zijn. Ik zeg vaak dat ik aan een elastiek zit met maximaal tien minuten rek.

Gerben: “Een looien bal aan de poot, zo voelt het soms. Als schipper heb je nog eens een extra verantwoordelijkheid.

Natascha: Gerben is eigen baas en de school van Eric geeft hem de mogelijkheid ineens weg te kunnen. Voor mij is dat lastiger omdat mijn werk te ver is. Maar als ik thuis ben ben ik ook altijd wel alert.

Wat heb je nodig voor jullie vrijwilligerswerk?

Gerben: Allereerst vaarbewijs 1 en 2, EHBO, een opleiding voor marifoon en radar. Ook een HUET training (escape-oefening onder water) is verplicht. Heb je dat allemaal, dan ben je volwaardig opstapper. Daarna kun je verder, als motordrijver, of het schipperstraject in. Daar leer je onder andere ook leidinggeven.

Is er zoveel hiërarchie?

Gerben: Normaal niet, maar aan boord moet het duidelijk zijn wie de baas is, en dan is er geen ruimte voor discussie.

Eric: Je moet elkaar het ene moment de huid vol kunnen schelden, en het volgende moment een biertje met elkaar kunnen doen.

Je komt soms moeilijke dingen tegen...

Eric: Ja. De eerste vijf slachtoffers blijven je bij. Maar je moet je er ook een beetje voor kunnen afsluiten. Als je alles mee naar huis neemt hou je het niet vol.

Gerben: Met de slachtoffers heb ik minder moeite, met de familie, dat is vaak wel moeilijk. Dat rauwe verdriet.

Natascha: Het is ook belangrijk dat je er met elkaar over praat. Bij een drankje. Tranen laten stromen, maar ook lachen en humor. En als het nodig is kunnen we een beroep doen op professionele begeleiding.

Gerben: Als leiding hou je daar ook oog op. Als het gedrag van iemand verandert, ga je in gesprek om te zien of er iets is.

Jullie worden nogal eens verward met de Reddingsbrigade:

Eric: Ja, begrijpelijk, want we werken veel samen en we gebruiken dezelfde kleuren en zo. Maar de KNRM is een onafhankelijke organisatie. We krijgen geen cent van de overheid. Alles wordt gefinancierd door donateurs .

Natascha: We werken natuurlijk wel veel samen met de Reddingsbrigade.

Gerben: Mensen vergeten ook nog wel eens dat we landelijk opereren. Niet alleen aan de kust, ook op de grote rivieren en het IJsselmeer bijvoorbeeld.

Hoe kom je bij de KNRM?

Eric: we zoeken momenteel aanvulling op onze walploeg. Mensen kunnen een mail sturen aan secretaris@terheijde.knrm.nl.

Afbeelding
Afbeelding