Afbeelding
(Foto: )

‘Pleurplek’ als opvolger van ‘zuiphok’?

Wie door de voormalige gemeente Monster fietst of wandelt, komt zomaar een twintigtal kleinere en grotere speeltuinen tegen. Vaak tussen woonblokken of bij schoolgebouwen, maar ook aan de rand van een woonkern op een verloren stukje grasveld. De beleidsmakers hebben in samenspraak met de planologen de jeugd goed bedacht en de wethouder van financiën heeft genereus in de buidel getast om de toekomstige generatie ‘in beweging’ te krijgen. Als we begroten dat een combi-toestel met glijbaan, opklimplateau en kleine klimwand al gauw tussen de tien- en vijftienduizend euro kost, dan komt u bij grove calculatie zeker tussen het half en heel miljoen euro uit. Er is nl. ook een aantal omvangrijkere speeltuigen in de loop van de tijd geplaatst en vanzelfsprekend zijn er ook plaatsingskosten mee gemoeid.

De senior, die de buitenlucht adoreert en tijdens het dagelijks ommetje een wijle wil pauzeren op een bankje komt er redelijk bekaaid af. Natuurlijk zijn er in iedere kern de fraaie mozaïekbanken waar men gebruik van kan maken om van de omgeving te genieten of met leeftijdgenoten bij te praten, maar ‘leugenbankjes’ op aangename locaties zijn er nauwelijks voorhanden. Het zou van een doordachte maatschappijbetrokken houding getuigen als in dezen meer aan de senior gedacht zou worden. Natuurlijk kan iedere speelplaats sowieso uitgebreid worden met een ergonomisch prettig vormgegeven zit-element voor de senior, waarbij het dagelijks nieuws kan worden doorgenomen of elkaars wel en wee tegen het licht kan worden gehouden. Het voert te ver dat massaal koffie-abri’s worden geplaatst, waar de sociaal makelaar frequent de senior van ‘pleur’ voorziet en tevens bij deze leeftijdsgroep de vinger aan de pols houdt om ‘bij te blijven’. Alhoewel . . .


Ton ter Heijden