Kassa

Het was Anna’s eerste week aan de kassa van een grote supermarkt. 

De rij voor de kassa was lang. Een oudere dame zet ietwat langzaam al haar waren op de band, te langzaam. Een dubbel pakket toiletpapier komt zo dwars op de band terecht dat een man achter haar smalend roept: ‘ja stom wijf, neem maar alle ruimte in, denk je soms dat anderen geen haast hebben.’ 

De vrouw kijkt verschrikt achterom en schuift snel een rol chocoladekoekjes dichter naar Anna toe.

De man duwt driftig de langwerpige pakken wc-papier naar voren. 

De man roept woedend een woord dat niemand wil horen..


De oudere dame raakt in paniek haar tas vallen. Probeert die op te pakken maar struikelt door een onverwachte duw van het karretje achter haar. Anna kijkt verschrikt naar dit gebeuren. Gelukkig staat de vrouw uit zichzelf weer op en zoekt in haar tas naar haar portemonnee.

De man achter haar roept nu woedend een woord dat niemand wil horen, maar dat begint met kanker....

Anna gaat rechtop staan en roept beleefd: ‘Meneer, wilt u ophouden deze mevrouw nerveus te maken.’ Ze kijkt achterom voor hulp van een collega. De oudere dame heeft inmiddels haar portemonnee gevonden.

‘Irritant mens, schiet eens op. Er zijn mensen die meer te doen hebben dan jij.’ Stampvoetend schreeuwt hij: ‘Krijg de corona.’

Anna drukt nu op een knopje, waardoor er meteen een bedrijfsleider toesnelt.

‘Wat is hier aan de hand?’

 Anna wijst op de man die nu zachter scheldend zijn kratten bier op de band pleurt.

‘Hij,’ zegt Anna luid tegen de bedrijfsleider en ze wijst naar de bierstapelaar, ‘wenst deze mevrouw corona toe.’ De bedrijfsleider heft zijn hoofd fier omhoog. ‘Hoe durft u dat in uw mond te nemen’ roept hij luidkeels tegen de man en dan wat zachter: ‘Ik heb een maand geleden mijn vader aan long covid verloren.’

De bedrijfsleider helpt de vrouw met haar contant geld


De rij zwijgt. Een man vouwt zijn handpalmen tegen zijn borst en buigt zijn hoofd als teken van eerbied. Een paar anderen volgen dit gebaar.

Anna fluistert iets tegen de bedrijfsleider. Ze heeft het bonnetje klaar. Samen zien ze het gehannes van de vrouw met een portemonnee, terwijl er gepind behoort te worden. De bedrijfsleider helpt de vrouw met haar contant geld. Hij helpt haar bovendien met inpakken. ‘Dank u wel,’ zegt de oudere dame vriendelijk. ‘Wat erg voor u, van uw vader. Mijn man ligt sinds gisteren in het Antoni van Leeuwenhoek met kanker’