Raad gaat nadenken over kaders voor participatiebeleid

Participatie is niet de oplossing voor alles en niet synoniem voor ‘je zin krijgen.’ Maar het mag ook niet als fopspeen worden gebruikt. Dus mensen erbij betrekken, om hun mening vragen, en daar vervolgens verder niks mee doen. In plaats daarvan zou het bij participatiebeleid om maatwerk moeten gaan wat per project wordt bepaald.

Chrit Wilshaus

Medio september dit jaar stelde de gemeenteraad de Startnotitie Participatie vast. En dinsdagavond 29 november was een thema-avond gewijd aan het onderwerp participatie. Gespreksleider daarbij was Marinka van Vliet van Bureau Buhrs. Doel van de bijeenkomst was het verzamelen van suggesties voor het ontwikkelen van een algemeen participatiebeleid. Dat moet uiteindelijk leiden tot een Handboek Participatie wat spelregels daarvoor bevat. Volgens Van Vliet bestaan er verschillende vormen van participatie maar moet het niet verward worden met inspraak. Bijvoorbeeld in de vorm van het indienen van een zienswijze. “In het coalitieakkoord staat over participatie dat rekening gehouden moet worden met individuele belangen zonder dat het algemeen belang uit het oog wordt verloren. Verder wil de gemeente de betrokkenheid van burgers bij beleid en bij elkaar vergroten en beter afgewogen besluiten kunnen nemen. Dat vraagt om een cultuuromslag binnen de gemeentelijke organisatie.” Van Vliet waarschuwde ervoor dat de gekozen ambities wel waargemaakt moet kunnen worden en dus realistisch dienen te zijn. “Er zijn grenzen aan wat kan. Bovendien kunnen de doelen van participatie verschillend zijn.”

In gezamenlijkheid

Op de vraag wat de ambitie van de raad is met participatie kwamen reacties als: betrokkenheid, nieuwe ideeën opdoen, kennis en ervaring benutten en alleen doen als het nuttig is. Die laatste opmerking was afkomstig van Martin Boekestijn (CDA). Dat ontlokte aan Jesse de Jong (D66) de vraag wie dan bepaalt of het nuttig is? “Dat doe je in gezamenlijkheid”, antwoordde Boekestijn. Abdullah Ertekin (PvdA-steunraadslid) vroeg zich af hoe gewaarborgd kan worden dat alle burgers bereikt worden. Dat is zeker een uitdaging, aldus Van Vliet, verwijzend naar het groeiend wantrouwen tegenover de overheid. Ook speelt toegankelijke communicatie daarbij volgens haar een belangrijke rol.

Kaders bepalen

Een andere vraag die bij de thema-avond aan bod kwam, was wat de rol van de gemeenteraad is als het gaat om individuele belangen, zonder daarbij het algemene belang uit het oog te verliezen? De aanwezige raadsleden waren het met elkaar eens dat het antwoord daarop is: van tevoren goede kaders bepalen. Maar volgens Raoul Kleijwegt (GroenLinks) kunnen dat er beter niet te veel zijn. Van Vliet vond dat die kaders vooral realistisch en doordacht moeten zijn om teleurstelling (achteraf) te voorkomen. Met het groenbeleid kan de gemeente dat nu testen, aldus De Jong.


Lees meer op www.rodi.nl/maassluis.