DVO’32: nog wat werk aan de winkel
AlgemeenNa drie bekernederlagen en 1-2 verlies in de laatste oefenpot tegen Excelsior’20 lijkt DVO’32 nog niet echt klaar voor de competitie-opener in Oudenhoorn tegen OHVV. Dat gevoel leeft ook, hij komt er openhartig voor uit, bij trainer Raymond de Romph. Er is dus nog wat werk aan de winkel.
DOOR GERARD S. VERVER
Toch maakt hij zich geen al te grote zorgen. “Want deze ploeg kan meer dan het heeft laten zien”, is zijn overtuiging. “Alleen loopt het tot dusverre niet zoals ik het zo graag zou willen zien”. Dat komt mede door de afwezigheid van sommige spelers. DVO’32 heeft nog te maken met plotselinge vakantiegangers, waardoor De Romph nog niet de beoogde formatie aan het werk kon laten gaan.
Wel weet hij, dat hij ook dit jaar kan steunen op een viertal sterkhouders; de broers Gert-Jan en Pieter van der Veen, Floris Keizerwaard en de na een carrière bij Zwaluwen, CWO en Sparta/AV aan de Marathonweg neergestreken Arij van Bree. Zij moeten de lijnen uitzetten, die gaan leiden naar een snelle en veilige plek in het linkerrijtje. Want ook De Romph huivert, net als veel van zijn collega’s, van het door de KNVB aangekondigde degradatie-circus met drie directe degradanten en degradatiewedstrijden voor drie direct boven de rode streep eindigende clubs. Overal rinkelen de alarmbellen en weten de trainers net als in DVO’32-kring, dat “we er dus voor moeten zorgen bij de beste acht te eindigen”. Het zal een slijtageslag worden.
DVO’32 heeft het zich echter eigen gemaakt om op zijn minst een periode te pakken. De Romph is niet van zins om daarvan, zelfs niet in de derby-afdeling waarmee hij met alle Vlaardingse en Schiedamse derdeklassers terecht gekomen is, af te wijken. “We gaan voor de top vier. Dan kan deze ploeg”, klinkt het ambitieus en vastberaden..