Vervolg voorpagina
Het kabinet wil dan ook dat minstens een derde van de 900.000 woningen die tot en met 2030 gebouwd zullen worden, naar ouderen toe gaat. Een ambitieus plan, erkent de minister. “Maar”, zegt hij stellig: “met het veranderen van de gemiddelde leeftijd van de bevolking verandert juist ook de behoefte aan woonruimte. Door gezamenlijk een leefomgeving te creëren die bewegen en ontmoeten stimuleert, zorgen we er met z'n allen voor dat ouderen langer fit en zelfstandig kunnen blijven wonen. Het is een taak die we hebben en er komt geld voor beschikbaar. We zullen nog genoeg hobbels tegenkomen, maar we moeten dit wel realiseren, hoe moeilijk het misschien ook is." Over het specifieke huisvesten van ouderen, wil minister Helder nog kwijt dat ook wordt gekeken of dit eventueel in combinatie kan met jongeren die baat hebben om in zo'n type omgeving samen met ouderen te wonen en het bovendien leuk vinden om op maatschappelijk gebied iets terug te voor deze groep. “Er zijn een paar voorbeelden in Nederland waar dat echt een leuke woongemeenschap oplevert. Het zou mooi zijn wanneer dat in de toekomst meer zal plaatsvinden.”
'Minstens een derde van de nieuw te bouwen woningen naar ouderen'
Hoog bezoek
Na het presenteren van het Woonzorgprogramma gaan beide ministers op bezoek bij enkele bewoners in het complex.
'Hier is alles gelijkvloers'
Het echtpaar Van Brummelen zijn bewoners van het eerste uur. Zij woonden hiervoor in een eengezinswoning en hebben natuurlijk wel wat ruimte moeten inleveren. “De trappen in ons huis werden te zwaar voor mijn man”, zegt mevrouw van Brummelen. De heer des huizes kan dat alleen maar bevestigen. “Hier is alles gelijkvloers en we hebben natuurlijk een lift. We zijn blij dat we de stap hebben ondernomen om hier te gaan wonen. Het is hier ook erg gezellig met de andere bewoners.” Ook voor mevrouw Jet Lange is wonen in Nieuw-Benictus een mooie ervaring. Met haar 91 jaren oogt ze nog vol levenslust. “Leuk hoor dat hoog bezoek van de ministers.” Ze heeft zich er speciaal voor gekleed. “Ik heb gehoord dat er ook televisie bij is, dus dan moet ik er wel keurig uitzien. Ik ben benieuwd naar de uitzending. Daar ga ik vanavond zeker naar kijken.”
