Afbeelding
Ben Wansink.

Mateloos

Het is een feit: ik ben dropverslaafd. Als er drop in de buurt is, moet ik het in mijn gretige mond stoppen. Mijn vrouw waarschuwt voor een te hoge bloedruk daardoor, maar het verlangen is vaak groter dan het verstand. Dus ben ik een grote dropeter. Ik open mijn pc, type ‘drop' in en lees: ‘Als je een grote hoeveelheid drop eet, krijg je ook veel glycyrrhizinezuur, een zoetstof, binnen. Je lichaam gaat dan meer vocht vasthouden, waardoor je bloeddruk stijgt. Een verhoogde bloeddruk kan verschillende ziektes veroorzaken en is één van de risicofactor van dementie. Men kan ook last krijgen van hartritmestoornissen.' Ja, dat klinkt best heftig, maar ik fluister mezelf in dat ik maar een paar dropjes eet, het zal dus wel meevallen met mijn bloeddruk. Mijn schoondochter denkt daar anders over. Tijdens haar vakantie verzorgen mijn vrouw en ik hun ‘vee': de kat, de kippen en de cavia's. Ik heb dan toegang tot hun huis en weet exact waar de dropjespot te vinden is. Ik neem er eentje, en nog eentje en nog eentje om het af te leren. Dan pas lukt het mij naar de beesten te gaan, waar overigens mijn vrouw, zonder dropfobie, allang mee bezig is. "Heb je er maar eentje op?”, vraagt zij, maar zij ziet aan mijn bolle wangen dat het er waarschijnlijk wat meer zijn. Ik knik dan en zij schudt dan, beiden het hoofd. Na die verzorgende taken is het tijd om huiswaarts te gaan, maar ik bedenk dan een truc. "Nog even naar toilet!”, roep ik beschaafd en heb een reden om weer naar binnen te gaan om nog een dropje, en nog eentje en nog eentje te halen. Mijn vrouw betrapt en bestraft mij dan natuurlijk en ik beloof zoals altijd beterschap. Na de vakantie meld ik schuldbewust bij mijn schoondochter een enkel dropje genomen te hebben. "Jaja, je hebt de halve pot leeggegeten!”, is de reactie. Haar man, mijn zoon dus, eet een matig dropje en ik eet ze dus mateloos! Zo, klaar met deze column, tijd voor een enkel dropje. Thuis weet ik ook feilloos de dropjespot te vinden!