Omdat zijn vader na de oorlog zijn ervaringen tijdens de dwangarbeid opschreef, kon Theo van Daalhoff er later een boek van maken.
Omdat zijn vader na de oorlog zijn ervaringen tijdens de dwangarbeid opschreef, kon Theo van Daalhoff er later een boek van maken. (Foto: WM)

Theo schreef boek over zijn vaders dwangarbeid in WOII

Om de economie en oorlogsindustrie draaiende te houden, dwong Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette landen jonge mannen te leveren voor de zogeheten Arbeitseinsatz. Ook Loosduiner Herman van Daalhoff ontving een oproep. Hij kwam terecht in Spremberg. Zijn zoon Theo schreef er een boek over: 'Verplicht in Duitsland'. Dinsdag 26 april geeft hij er in het kader van de Haagse Vrijheidsweken in bibliotheek Loosduinen een lezing over. 

Theo's vader was de zoon van een bekende Loosduinse bakker uit de Emmastraat, tegenwoordig Loosduinse Hoofdstraat. Herman van Daalhoff was twintig jaar oud toen hij op 23 juni 1943 naar het Staatsspoor vertrok om daar op de trein naar Duitsland gezet te worden. De eindbestemming was Spremberg, tegen de Poolse grens aan. "Daar werkte hij als magazijnbediende in een energiecentrale", vertelt zijn zoon. 

Veel dwangarbeiders liepen gevaar. Ze werkten op plekken die doelwit waren van de geallieerden. Ook leden ze honger doordat er steeds minder voedsel was. Dat overkwam ook Theo's vader, vooral in de laatste periode van de oorlog. "Het laatste half jaar was er nauwelijks meer iets te eten. Doordat mijn vader een goede constitutie had doorstond hij relatief goed de ontberingen. Ook had hij als voordeel dat hij op de HBS Frans, Duits en Engels had geleerd. Daardoor kon hij zich goed verstaanbaar maken." 

Toen Van Daalhoff en andere dwangarbeiders door de Russen werden bevrijd, volgde een barre tocht richting de geallieerden. "Onderweg slachtten ze koeien, paarden, katten en honden. In heel Spremberg was op een gegeven ogenblik geen kat meer te vinden, ze moesten toch iets te eten hebben", legt zijn zoon uit. 

Dat Theo dit 77 jaar na dato allemaal kan vertellen, is te danken aan het feit dat zijn vader na de oorlog alles minutieus opschreef. "Toen ik vijf jaar oud was zag ik hem heel vaak typen, thuis op de schrijfmachine. Ik heb hier nog velletjes liggen."

Na de oorlog was het anti-Duitse sentiment groot, ook in Loosduinen

Ook sprak hij volgens zijn zoon regelmatig over wat hij in de oorlog had meegemaakt. "Meestal luchtig. Er klonk geen zwaarmoedigheid in door. Hij kon het een plek geven, al zag je soms wel dat hij het er moeilijk mee had."

En daar was alle reden toe. Niet alleen zag hij op jonge leeftijd veel mensen dood gaan, toen hij eindelijk weer thuis kwam was de ellende nog niet voorbij. Het huis met de bakkerij, waar hij was opgegroeid, op de plek waar nu de Poolse supermarkt zit, was er niet meer. Geallieerden wilden de WSM-garage bombarderen maar raakten de bakkerij van zijn ouders. Die overigens al was verzegeld omdat ze niet voor de Duitsers wilden werken. Aangekomen op het nieuwe adres van zijn ouders op het Pieter de Hooghplein, tegenwoordig Cantateplein, kreeg hij te horen dat zijn broer was overleden. Opgepakt voor verzetshandelingen en afgevoerd naar Kamp Amersfoort en later naar Duitsland. Theo: "Volgens de papieren is hij een dag voordat hij 25 jaar zou worden, in Duitsland  overleden aan 'algemeine erschöpfung', uitputting dus." 

Ontheemd

"Mijn vader heeft in die eerste tijd na de oorlog lopen lanterfanten, hij was totaal de weg kwijt en ontheemd. Tegenwoordig zou hij  hulp hebben gekregen, maar dat was er in die tijd niet. Het was de tijd van de wederopbouw, iedereen ging weer verder. Uiteindelijk is hij gaan werken bij de gemeente Den Haag. Op 59-jarige leeftijd is hij plots overleden tijdens een verblijf in Frankrijk."

Anti-Duits sentiment

Na de oorlog was het anti-Duitse sentiment in Nederland groot, ook in Loosduinen, weet Theo uit ervaring. "Over de Duitsers die ieder jaar vakantie kwamen vieren op camping Ockenburgh, werd badinerend gedaan. Ook werden ze moffen genoemd. Maar niet door mijn vader. Hij was altijd genuanceerd. Hij zei tegen ons dat je de Duitsers van nu niet mocht afrekenen op de oorlog. Zij hebben die niet gewild."

Toen Theo een paar jaar geleden wat tijd over had, voelde hij de behoefte om van de getypte blaadjes van zijn vader een boek te maken. Niet met een groter doel voor ogen, maar meer om de familieverhalen die zijn vader ook had opgeschreven te bewaren voor het nageslacht. Van het één kwam echter het ander, vertelt Theo in zijn huis in de Houtwijk. Zijn boek werd uitgegeven door uitgeverij De Nieuwe Haagsche en één keer per jaar geeft hij nu een gastles aan groep 6 en 7 van de Koos Meindertsschool over de oorlog. "Vijftig, zestig kinderen zitten dan muisstil te luisteren en willen alles over de oorlog weten", klinkt het enthousiast uit Theo's mond. Hij prijst de school die aan het onderwerp een speciaal lesprogramma besteedt. "Daarin komen ook vragen aan de orde als: hoe sta je in de wereld? Heel goed dat daar aandacht voor is. Het is helaas ook actueler dan ooit."

Lezing

Op dinsdag 26 april hoopt hij zijn toehoorders in de Bibliotheek Loosduinen net zo te boeien als de basisschoolleerlingen van de Koos Meindertsschool in de Houtwijk.

Tijd: 19.30 tot 20.30 uur. Deelname is gratis, wel reserveren via bibliotheekdenhaag.nl