Afbeelding
(Foto: privéfoto)

Zomaar alles zeggen

Het lijkt vandaag de dag wel mode om als een flapuit van alles te zeggen. In sommige gevallen gaat dit ook nog gepaard met geweld. Alsof verbaal geweld al niet erg genoeg is. Daarnaast kennen we niet alleen de flapuiten, maar ook de criticasters. De vraag hierbij is altijd: "Wat is het waarheidsgehalte en wat wil je ermee bereiken?”
Wat bezielt mensen toch om als een dolle om zich heen te praten. Ik heb het nu niet over landelijke praatacties. Deze worden wel op een andere manier aangepakt. Neen, het is meer het lokale gebeuren. Mensen hebben kritiek maar als het beroemde puntje bij het paaltje komt, zijn ze nooit thuis.
Hoe makkelijk is het niet om om je heen te ‘slaan' met woorden, zinnen, artikelen, brieven en e-mails? Wat is de achterliggende reden? De toon is direct gezet, zeggen we dan!
Natuurlijk is het goed dat je mee denkt en dat je niet alles zomaar pikt. Zaken aan de kaak stellen, mensen erop wijzen dat er iets geks aan de hand is, of een foute beslissing met verstrekkende gevolgen bespreken; helemaal goed, maar waar blijft het positieve nieuws? Bijvoorbeeld dat met beperkte middelen toch iets is bereikt. Dat het bankje toch geplaatst wordt, tegelopdruk wordt aangepakt, of de speeltuin wordt aangepast of zelfs iets nieuws wordt neergezet. Die dingen gebeuren ook en daar lezen we niet veel over.Geef hier ook eens feedback over. Een pluim kan geen kwaad en hoeft niet altijd in een bepaalde plaats gestoken te worden. Je kunt deze ook gewoon uitreiken. Een goed voorbeeld hierbij is de uitreiking van de Haagse speld aan vrijwilligers, die zich jaren inzetten voor de gemeenschap in de meest brede zin. Hulde!
Oké, aan de kaak stellen is één, maar neersabelen en niets als alternatief aanbieden is twee. De handschoen oppakken en aan de slag gaan; een bijdrage leveren aan buurt of wijk, waarom niet! Je kunt gelijk hebben, maar hier zelf ook iets aan doen. Neen, zelfs al beginnen we met positief nieuws, er komt altijd, dat beroemde of vervelende ‘maartje'. Alles goed en wel, maar ... en daar gaan we weer. Wat is er nu weer niet goed, waar hebben we nu weer gefaald?
Hebben we dit overgehouden als trauma van de lagere-, basisschool, waar de juf of mees altijd met een rood potlood vertelde dat het fout was? Hoe stoer zou het niet zijn (geweest), dat we begonnen met een groen potlood; kijk eens wat allemaal al goed is ‘en' als je nu hierop of daarop let, gaat het nog beter.
Schrijf eens brieven en probeer een heleboel ‘maren' te vermijden. Mogelijk moeilijk, maar niet ondoenlijk. Natuurlijk mag een ‘maar' best gebruikt worden, maar wel op de juiste plaats met de juiste toon ‘en' niet als een criticaster te keer gaan. Bied alternatieven en ga gezamenlijk aan de slag. Ik denk dat we dat de afgelopen twee jaar gemist hebben, maar ... of ... en!