Slakken

Gisterochtend zag ik ze weer. Drie slakken die regelrecht naar mijn hosta’s kropen. Nu heb ik niets tegen de slak op zich. Ze moesten alleen niet met z'n allen in mijn tuin gaan wonen. En dat mag desnoods ook nog wel, als ze maar uit de buurt van mijn hosta 's blijven. En dat doen ze niet. Integendeel, ze zijn er dol op.

Ik kocht koperen ringen die ik om de jonge plantjes zette, want slakken houden niet van koper. Het werkte, maar hosta’s groeien. Het blad hing al snel over de ringen heen en toen was er geen houden meer aan. Dus liep ik na elke regenbui door mijn tuin om slakken te verzamelen. Vervolgens gooide ik ze over de schutting. Nee, beste mensen, natuurlijk niet over de schutting naar mijn buren, maar naar een braakliggend stuk grond achter mijn huis. Het is overwoekerd met onkruid en wilde planten en volgens mij dus helemaal niet zo'n verkeerde plek voor een slak.

Het aantal slakken in mijn tuin nam niet af, hoewel ik er ik weet niet hoeveel over die schutting heb gegooid. Nu schijnen slakken de vervelende gewoonte te hebben om terug te keren naar de plaats waar ze vandaan komen. In Engeland schijnt er een vrouw te zijn die dat wel eens wilde onderzoeken. Eigenhandig voorzag ze de huisjes van de slakken in haar tuin van een rode streep nagellak. Daarna bracht ze ze naar een ander stuk groen. En jawel, een paar dagen later kropen er slakken met rode huisjes onder haar hosta’s door. Het is waarschijnlijk een broodjeaapverhaal, maar je weet niet waar zo’n slak allemaal toe in staat is. En hoewel ik de slakken nooit in groten getale over mijn schutting terug naar de tuin heb zien kruipen, zette het mij toch aan het denken.

Ik besloot mijn slakken naar het Julianapark te brengen, een kleine kilometer bij mij vandaan. Zo’n beest zou toch zeker niet de moeite nemen om over wegen en zijwegen, bruggen en drukke kruispunten weer helemaal terug naar mijn tuin te kruipen. Hij mocht wel gek zijn.

Ik verzamelde ze in een vergeten tupperware bakje. Dat viel nog niet mee, want zat zo’n slak eenmaal in het bakje, dan wilde hij er zo snel mogelijk weer uit. En dat ging sneller dan je denkt. Ik draaide ze even de rug toe om een volgende slak te zoeken en voor ik het wist hingen er alweer drie aan de buitenkant van het bakje. Uiteindelijk had ik er eenentwintig bij elkaar gescharreld.

Plekje in de schaduw

In het park vond ik een mooi plekje in de schaduw tussen de struiken waar volop groen aanwezig was, maar nu bleken die slakken ineens bijzonder gehecht aan dat bakje. Ze waren er bijna niet vanaf te krijgen en je wilt toch een beetje voorzichtig doen met zo’n beest. Afijn, het duurde allemaal langer dan gehoopt, maar uiteindelijk had ik ze alle eenentwintig uit dat bakje geprutst. 

Maar gisterochtend kropen er dus weer drie rond en ze kwamen me toch een beetje bekend voor. Vooral die ene met dat wat grijzende huisje. Misschien wordt het toch tijd om richting toilettafel te gaan en een mooi kleurtje uit te zoeken. Ik hoop dat slakken van roze houden.