Afbeelding
(Foto: privéfoto)

De kassabon

Natuurlijk had ik over dat onderzoek gelezen, waarin gezegd werd dat de meeste kassabonnen niet kloppen. Maar ik dacht, niet mijn supermarkt. Tot ik thuis kwam en nog eens keek.
Het was in een week dat de bospeen in de aanbieding was. Nog geen euro, en dat voor een van de beste verschijnselen uit moeder natuur: gezond, goedkoop, heerlijk als avondeten, ideaal als knaagsnack tussendoor en ook nog fraai van uiterlijk, je kunt het niet zelf bedenken zoiets. Ik kocht dus drie bossen.

Weer thuis leegde ik de boodschappentassen en nam de bon in de hand, want ja, bij de kassa had ik een lichte golf van verbazing gevoeld over het eindbedrag, maar ik was te moe en te gehaast om ter plekke te gaan hoofdrekenen. De kassabon wist: u heeft vijf bospenen aangeschaft. Ik wist dat er drie in de tas zaten. Wat te doen?
Voor mij als enkelvoudige klant betrof het een minibedrag van twee euro. Daar ga ik niet failliet aan. Als zoiets bij alle klanten gebeurt, en een week lang, dan levert dat de supermarkt een flink bedrag op. Reken even door wat het voor een jaar kan betekenen en dan begrijpen u en ik wat een aanzienlijke bijdrage dit is aan de winsten.

'Mijn vertrouwen in de eerlijke gang van zaken was verdwenen'

Maar ja, daar had ik niks aan met mijn kassabon en de lege boodschappentassen. Ik kon moeilijk terug wandelen naar de kassa, die me dan weer verwees naar de servicebalie, waar ik in de benauwde rij moest staan om uiteindelijk wat uit te leggen over twee bospenen. Bewijzen kon ik het niet. Gaven ze me twee euro terug, dan zou dat niets veranderen, voelde ik. Want mijn vertrouwen in de eerlijke gang van zaken was verdwenen. Ik wist wat me te doen stond: nooit meer winkelen als ik te moe ben om de kassabon na te rekenen. Wantrouwen als basis, ik hou er niet van.

'Ik sta nu mee te kijken op het kassascherm'

Misschien maakt het veel mensen niks uit, dat zijn degenen die nooit een kassabon vragen. Die denken vast overal wel wat is en wat maakt het uit, die twee euro. Als je een beetje onverschilligheid in je karakter hebt, is dat vast gemakkelijker leven. Ik heb dat niet. Dus sinds het bospeen-incident sta ik met enige droevigheid mee te kijken op het kassascherm en bij twijfel werp ik ter plekke een indringende blik op de kassabon. Het voelt verkeerd. Of ik de kassajuffrouw bij voorbaat ergens van beschuldig. Maar ik doe het. Hopelijk slijt het.