Bruggen over het IJ drijven langzaam maar zeker de vergetelheid in
AlgemeenNOORD - Met de dag wordt de aanleg van twee bruggen over en een voetgangerstunnel onder het IJ steeds onwaarschijnlijker. De argumenten van de Noordse stadsdeelcommissie over de urgentie van de oeververbindingen, samengevat in een afgelopen week unaniem aangenomen ongevraagd advies, veranderen daar weinig aan.
door Tom Tossijn
Afgelopen woensdagavond probeerde de Noordse stadsdeelcommissie het, bijna met de moed der wanhoop, nog maar eens een keer. Een ongevraagd advies over de oeververbindingen tussen Noord en de stad werd unaniem door de commissie aangenomen. Wijbe Langeveld (GroenLinks) benadrukte: “Noord groeit stormachtig, overal wordt gebouwd in hoog tempo. Dat betekent dat Amsterdam tijdig moet investeren in oeververbindingen, openbaar vervoer en fietsroutes, want de inzet van meer pontverbindingen kan die groei niet aan”. Dagelijks varen nu al meer dan 70.000 passagiers heen en weer met de ponten over het IJ.
De vraag of stadsdeel Noord met zijn vervoersbelangen op het IJ niet een roepende in de woestijn is, begint zich echter steeds meer op te dringen. Bruggen en voetgangerstunnel dreigen te sneuvelen in de harde strijd om Amsterdamse financiële problemen en concurrerende vervoersprojecten. De eerdere reservering van meer dan 100 miljoen euro voor de bruggen wordt nu gestoken in de metrolijn tussen CS en Sloterdijk en de verlenging van de Noord-Zuidlijn richting Schiphol. De begrotingsdebatten in de gemeenteraad van vorige week spraken boekdelen: in principe geen geld voor bruggen over het IJ, wél voor sommige andere uitgaven. Pas in mei volgend jaar wil wethouder Melanie van der Horst (D66) in de Voorjaarsnota meer duidelijkheid geven over de planning van infrastructuurprojecten in haar verkeers- en vervoersportefeuille. In de tussentijd verliest het stadsbestuur de bruggen en tunnels steeds meer uit het oog.
Samen geld zoeken
Kan het College van B&W, zo vroegen commissieleden Canan Uyar (PvdA), Silke Tijkotte (D66) en Wijbe Langeveld (GL) zich af, niet samen met het Rijk en de Vervoersregio Amsterdam met gezwinde spoed op zoek gaan naar voldoende geld voor de aanleg van bruggen en tunnel? Dat was en is een logische vraag, zo benadrukte Wijbe Langeveld in het commissiedebat. Hij argumenteerde hoe essentieel goede oeververbindingen zijn, want zónder deze maatregelen is grootschalige uitbreiding van woningen en economische bedrijvigheid in Noord gedoemd te mislukken.
Portefeuillehouder Yassmine el Ksaihi omarmde het commissie-advies: “Uw advies sluit aan bij mijn grootste zorg, de mobiliteit en het bereikbaar houden van Noord”. Daarover wordt met het college van B&W al uitgebreid gesproken, benadrukte de portefeuillehouder. Maar veel meer dan verbaal opkomen voor het belang van oeververbindingen deed ze niet. Geheimzinnig verwees ze naar overleg ‘achter de schermen’, waarover ze kennelijk niets meer wilde vertellen dan dat de lobby is ingezet door het dagelijks bestuur en dat het overleg ‘verhelderend’ is.
Pas in mei volgend jaar zal er meer duidelijkheid zijn over de financiering en dus het al dan niet definitief doorgaan van de oeververbindingen. In de tussentijd maakt het dagelijks bestuur eerst kennis met de ambtelijke projectgroep met de steeds onwaarschijnlijker wordende naam ‘Sprong over het IJ’.