Jason Bhugwandass.
Jason Bhugwandass. (Foto: Jurre Rompa)

'Mensen weten niet hoe het in een gesloten inrichting eraan toe gaat'

AMSTERDAM - Het zal je maar gebeuren dat je als 16-jarige van de ene op de andere dag in een gesloten jeugdinstelling terecht komt. Zo uit 5 vwo gehaald en in een kamer gezet met tralies voor de ramen en hekken om het terrein. Van het ene op het andere moment afgesneden van de buitenwereld en beperkt contact met familie. Het overkwam Jason Bhugwandass (24). Hij had als depressief kind met de nodige bagage en suïcidale neigingen zorg nodig. In plaats daarvan werd hij opgesloten zoals in een gevangenis.

Jason Bhugwandass is genomineerd voor Amsterdammer van het Jaar

“En ik was 16, bijna 17. Je zal maar 13 jaar zijn en in zo’n instelling terecht komen”, Jason moet er niet aan denken dat het vandaag de dag nog steeds gebeurt. Hij is dan ook opgestaan om zich tegen het huidige jeugdbeleid in gesloten inrichtingen te verzetten en te proberen te veranderen. Dat doet hij als vrijwilliger van Stichting ExpEx (Experienced Experts). Daar heeft hij zijn nominatie voor Amsterdammer van het Jaar aan te danken. “Ik vind het wel tof. De nominatie is voor mij heel betekenisvol”, zegt bij bescheiden.

Opgesloten

Het gesprek vindt plaats in een café in de Pijp. Daar doet Jason rustig zijn verhaal. “Mensen weten niet hoe het in een gesloten jeugdinstelling eraan toe gaat. Kinderen die geen strafblad hebben maar zorg nodig hebben, worden opgesloten. Je komt er met bepaalde problemen, ik was depressief en wilde niet meer leven. Op initiatief van jeugdzorg heeft de rechter bepaald dat ik in een gesloten inrichting werd geplaatst. Geen school, geen behandeling, beperkt contact, veel in een isoleercel, constant conflict hebben met als gevolg nog meer depressiviteit. Als meisje dat seksueel is misbruikt uitgekleed wordt en in een isoleercel gestopt. Een kind dat is misbruikt, kleed je uit? Dan besef je gewoon niet wat je aan het doen bent. Dat zegt iets over de cultuur die er al heerst. Je raakt gehospitaliseerd, als je er zit, maar ook als je daar werkt. Het is een machteloze positie. De meeste personen die zich bezighouden met jeugdzorg hebben macht. Mensen die je zou moeten kunnen vertrouwen. Het is bizar om kinderen in een gevangenis te zetten die niks hebben gedaan. Het zijn notabene kinderen met een zorgbehoefte.”

Draagvlak

Voor Stichting Expexx werkt Jason als vrijwillige ervaringsdeskundige en is inzetbaar voor opdrachten. Hij spreekt op congressen, met studenten, spreekt over het jeugdbeleid met gemeenten, de politiek en organisaties. En er is campagne gevoerd begin dit jaar die zo’n 134.00 handtekeningen opleverde. Ze zijn ermee naar de staatsecretaris gegaan. “We moeten maatschappelijk draagvlak creëren. Ervaringsdeskundigen hebben een zwakke positie in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). We moeten structureel betrokken worden bij organisaties om een slag te maken naar professionaliteit. Hoe krijg je het op de kaart. Als ervaringsdeskundige word je vaak alleen in het begin of aan het einde gevraagd om er iets over te zeggen, maar je wordt niet betrokken.”

“Wij willen dat de gesloten jeugdzorg instellingen worden omgebouwd naar kleinschalige woonvoorzieningen waar maximaal zes personen wonen en waar zorg, aandacht en scholing is om het leven weer op te kunnen pakken. Er verandert nu wel iets, maar niet snel genoeg, alhoewel het al wel iets anders is dan een paar jaar geleden. De motie van Tweede Kamerlid Maarten Hijink om het dit beleid te stoppen is kamerbreed aangenomen. Dat is tof.” Maar Jason is wat cynisch. “We moeten maar zien wat de politiek hier in de praktijk mee gaat doen. De belofte is dat ze nog voor de zomer met een plan komen. De koers is er, maar het is nog onbekend waar het naar toe gaat.”

Paniekaanvallen

Toen Jason uit de inrichting kwam, heeft hij het behoorlijk moeilijk gehad. Zoals hij van de ene op de andere dag werd opgesloten, zo stond hij ook zo weer plotseling weer buiten. “Ik zat in een 24-uurs setting waar alles voor me werd bepaald. Ik moest weer wennen aan de vrijheid. Ik had geen vrienden meer, want daar had je geen contact meer mee, ik ben in een andere wijk komen wonen en de school nam me niet terug. Als je in een gesloten inrichting hebt gezet, werkt dat stigmatiserend. Ik ging naar het speciaal onderwijs, ik had altijd regulier onderwijs en was een vwo-leerling die nooit was blijven zitten. Ik had trauma’s opgelopen, had paniekaanvallen. Ik heb zoiets van ‘Als jullie iets meer je best hadden gedaan, was het goed gekomen met mij’. Ik ben opgegroeid in roerig gezin, maar dat was beter dan een gesloten inrichting. De kans op geweld in een gesloten inrichting is groter dan in een situatie thuis. Er is ook veel te weinig onderzoek over hoe het met kinderen gaat nadat ze in zo’n inrichting hebben gezeten.” Jason worstelt met het feit dat hij zo de samenleving is uitgezet. “Op Facebook zag ik dat kinderen de vlag uit hingen omdat ze geslaagd waren. Die zijn nu bezig met hun master. Ik loop achter.”

Universitaire studie

Naast zijn kruistocht voor een beter jeugdzorgbeleid werkt Jason op een adviesbureau in het sociaal domein. Daarnaast studeert hij psychologie aan de Erasmus Universiteit. Hij wil met zijn studie de jeugdzorg in en een stem


Lees verder op pag.9