Afbeelding
(Privéfoto)

De verrassing

"Oei,” zei de man van de helpdesk tegen me. Meteen bevroor ik van binnen. De helpdesk is altijd van een stalen optimisme, dat alles goed komt, en zo'n oei, dat is dan ander nieuws. Wat was er gebeurd? Die vrijdagavond zat ik zoals gewoonlijk aan de computer, dit te lezen, dat te schrijven, het een even op te zoeken het ander nog even niet. Naast me op zijn krukje lag Bert, de huiskater. Voor mij een ideale avond, en hoe meer ik van dit soort avonden - en dagen - heb, hoe meer ik een ideaal leven heb. Maar om 19.24 uur precies stopte het internet. Ik keek naar mijn modem, veilig geparkeerd achter de kast. Een lichtje knipperde, in plaats van geruststellend groen te stralen. Tien minuten later belde ik de helpdesk. De man aan de andere kant van de telefoon liet mij technische dingen doen, die ik niet begreep maar toch voor elkaar kreeg. Net toen ik daardoor dacht, maar dit gaat helemaal voor elkaar komen, zei hij dat ene woord: oei. Ofwel het modem was stuk ofwel een kabel, er werd nieuw spul opgestuurd, installeren wees zich vanzelf, morgen was het er. Zaterdag dus, en net die dag moest ik de stad uit. Nog een fijne avond, zei de man. Ja, zei ik hulpeloos, want ik ben een vrouw vergroeid met het internet. Later op de avond, kort voor het naar bed gaan, lag ik zoals altijd naast Bert op het tapijt voor de welterustenknuffel. We bespraken de situatie, dat wil zeggen, ik fluisterde in zijn vacht en Bert liet het toe. Al pratende besefte ik dat ik nog niet zo hulpeloos was. In de bibliotheek was internet. Ik kon kort mailen op mijn telefoon. Er kwam een nieuw modem. Daar moest ik me op richten, op wat wél kon en wat weer mogelijk was, en dat ik bij het installeren ook weer de helpdesk kon bellen. Bert was het ermee eens, dat voelde ik. Zo kon ik toch nog rustig slapen. Ik werd wakker, liep de trap af naar de huiskamer en keek naar mijn modem. Alles deed het weer. En zo voelde ik weer, dat soms iets vanzelf goed kan komen.