Jan Olieslagers (links) en Marius van Meel op de verkeerstoren op 30 augustus 1936 tijdens 2e dag van openingsfeest van vliegveld Ypenburg
Jan Olieslagers (links) en Marius van Meel op de verkeerstoren op 30 augustus 1936 tijdens 2e dag van openingsfeest van vliegveld Ypenburg (Foto: NIMH) )

Jan Olieslagers, vliegpionier van het eerste uur

Historische Vereniging Buitenplaats Ypenburg (HVBY) duikt voor deze krant regelmatig in haar archieven. Dit keer een artikel over vlieger Jan Olieslagers naar wie een straat in het stadsdeel is vernoemd.

In het straatnamenboek uit 2006 van het Haags Gemeentearchief staat vermeld dat de Belg Jan Olieslagers begon als motorcoureur, maar hij werd vooral bekend als vlieger in de pionierstijd. Hij verzorgde onder meer in 1913 bij Rijswijk twee drukbezochte vliegdemonstraties, waarvan de tweede 20 à 30.000 toeschouwers trok. In de Haagsche courant van 6 oktober 1913 staat het verslag van de huldiging door mr. Zubli, Burgemeester van Rijswijk, die Olieslagers hartelijk toespreekt: "De burgemeester herinnert aan de woorden dat elk generatie z'n eigen prestatie heeft. Onze grootouders stonden verstomd van de eerste spoortrein. Wij hebben de auto, de wagen-zonder-paard zien komen. En het thans opgroeiend geslacht woonde de evolutie der aviatiek bij. Olieslagers bekleedt op dat terrein een eerste plaats."
Jan Olieslagers werd op 14 mei 1883 geboren in Antwerpen. Het waren armoedige tijden voor het gezin, vooral toen zijn Nederlandse vader overleed. Op elfjarige leeftijd moest Jan gaan werken. Hij begon op een scheepswerf en daarna bij een fietsenmaker, waar hij in zijn vrije tijd al werkte. Jan kreeg een vaste baan bij de Belgische fietsfabriek Minerva en nam deel aan wielerwedstijden. In 1901 komen de eerste motorfietsen op de markt, Jan was gelijk enthousiast. Bij Minerva monteerden ze motoren in een fietsframe, maar de ingenieurs kregen de motorfiets niet aan de praat. Het lukte Jan Olieslagers wel. In 1903 stuurde de directie Jan naar Parijs om zijn kennis over motoren te vergroten en Frans te leren. Hij las in Franse motorsportbladen over de race ‘Parijs-Bordeaux-Parijs' die in 1904 was uitgeschreven, waarvoor hij zich inschreef en gelijk de beker won. Met een zelfgebouwde motorfiets werd hij Belgisch en ook wereldkampioen. Het bracht hem bekendheid en hij verdiende er goed aan.

Eerste vlucht

In 1909 vloog Louis Blériot als eerste met een zijn vliegtuig over het Kanaal. Jan Olieslager wilde dat ook. Hij verkocht zijn motoren en kocht zijn eerste Blériot XI. Daarmee nam hij succesvol deel aan de Antwerpse Vliegweek in oktober 1909. In de jaren erna werd hij met lof overladen na deelname aan vliegshows in Europa. Daarbij ging het vooral om de strijd wie het langst, het verst en het hoogst met een vliegtuig kon vliegen. Jan Olieslagers haalde meerdere recordpogingen die hem een vermogend man maakte. Het lukte Rijswijk niet eerder dan in het najaar van 1913 om Jan Olieslagers te contracteren. Het enthousiasme van de toeschouwers was er niet minder om.
In 1936 kwam Jan Olieslagers nog een keer terug naar Rijswijk voor de opening van het vliegveld Ypenburg. Zes jaar later overleed hij op 58-jarige leeftijd.

Straatnaam

De gemeente Rijswijk had voor de nieuwe woonwijk op vliegveld Ypenburg in 1997 een lijst met straatnamen van Nederlandse en buitenlandse aviateurs van het eerst uur vastgesteld. Jan Olieslagers werd als Belgische aviateur uitgekozen. Na ruim 80 jaar werd de vliegpionier uit België geëerd met een straatnaam.