De majestueuze Krijtmolen d’Admiraal in volle glorie
De majestueuze Krijtmolen d’Admiraal in volle glorie (Foto: aangeleverd)

Laatste molen met functie van krijtmolen

Algemeen

Bekende Noorderling Harm-Ydo Hilberdink (64) is theaterregisseur (onder meer van opera Veendammer Wind in het voormalig voetbalstadion De Lange Leegte), maar bovenal molenaar van de majestueuze Krijtmolen d’Admiraal aan het Noordhollandsch Kanaal. “Er zijn nog altijd mensen die niet weten dat die bestaat”, zegt hij, “maar veel Noorderlingen hebben het gevoel dat ‘die molen van ons allemaal is’. Schoolkinderen zingen als ze hier langs fietsen ‘Zo gaat die molen’. Hij is een onderdeel van het leven in Noord. Die band willen we behouden en uitbouwen.”

door John Jansen van Galen en Tom Tossijn

Hilberdink leerde het vak op een korenmolen in Groningen en volgde daarna in Amsterdam de regieopleiding van de theaterschool. Bij een adreswijziging stuitte hij bij toeval op het Gilde van Vrijwillige Molenaars dat een gegadigde bleek te zoeken voor de Krijtmolen. Hij nam een kijkje en is er nu aan verknocht: “Ik ben een zondagskind. Het is fantastisch dagelijks met je passie bezig te zijn met een partner die je die ruimte geeft.” (die partner is Roland van Veen, tevens PR-man van de molen).

“Ja, ik ben malende,” zegt Hilberdink op de vraag of de molen nog in bedrijf is. Krijt wordt er niet meer gemalen, maar wel oesterschelpen, die worden vermalen tot een compacte ondergrond voor nieuwe oesterbanken onder windmolenparken in de Noordzee. “Kunnen wij zeggen: wie hier trouwt doet dat op een goed fundament,” lacht hij. “En het is toch werkelijk prachtig om voor een wetenschappelijk experiment in 2023 een molen uit 1792 in te kunnen zetten?”

Molenprijs

Hij ontvangt ons in zijn woonkamer onder de wieken, die nu stil staan. Elf jaar geleden won de Krijtmolen de Molenprijs van de BankGiroLoterij en met dat geld is het achterste deel weer geschikt gemaakt als woning. Hilberdink werkt als vrijwilliger voor de stichting die eigenaar is van de molen, waaraan hij ook huur betaalt. Een inkomen verwerft hij als ‘zaalexploitant’: de rustieke binnenruimte van de molen is geliefd voor bruiloften en bijeenkomsten. “De horeca besteed ik uit aan cateraars, liefst allemaal uit Noord, al is dat nu moeilijker want sommigen gingen door corona failliet.”

De molen is een Rijksmonument, wat wel subsidie oplevert maar die is bij lange na niet toereikend voor het vereiste onderhoud. In 2021 moest de hele rieten kap vernieuwd worden (“alleen het riet kostte al 50.000 euro”) en daartoe diende de stichting zelf de helft van de benodigde financiering bijeen brengen. “Tim Knol trad belangeloos op, onze mascotte Rietje zamelde geld in en we hielden een grote ‘krijtfunding’. En het lukte.” Die offervaardigheid voor de Krijtmolen ziet Hilberdink als een mooi teken van ‘verbinding’ met Noord.

Maar het is nooit klaar. “De molen spreekt vooral de oude garde aan en we moeten de jeugd meer bereiken,” zegt hij. ,,De binnenruimte, ofwel ‘de zaal’ in de molen is pittoresk en knus, maar voor een jonger publiek wellicht te oubollig. Leerlingen van het Hout- en Meubileringscollege ontwierpen voor hun stageopdracht binnenhuisarchitectuur een eigentijdse ruimte. Alleen: hoe krijg je het geld daarvoor bij elkaar? “Roland ontwierp al een plan om giften heel eenvoudig fiscaal aftrekbaar te maken, maar er moest ook iets tastbaars komen.” Dat wordt een speciaal witbiertje van Brouwerij Waterland in Monnickendam, vermoedelijk vanaf maart verkrijgbaar. Proost! Want: “Die zaal is er om in het onderhoud van de molen te voorzien.”

Vrijwilligers

Regelmatig komen schoolklassen de Krijtmolen bezichtigen en in het seizoen is deze op elke tweede zaterdag van de maand open voor publiek, waarbij vrijwilligers als gids uitleg geven en de veiligheid bewaken. Vaak stoppen groepen fietsers bij het hek, meestal moeten die al gauw door naar Broek in Waterland, maar Hilberdink kan uit ervaring aan hen zien of ze meer dan gemiddeld geïnteresseerd zijn. Dan krijgen ze soms de kans even een kijkje te nemen.

In coronatijd heeft ook koningin Maxima de molen bezocht. Jammer voor u dat we ‘m nu niet kunnen laten draaien, zei Hilberdink tegen haar, maar ze gaf te kennen dat ze ‘een goed voorstellingsvermogen’ heeft. “Toen ik hier begon,” zegt hij, “was de Krijtmolen in Nederland maar zelfs in Amsterdam onbekend. Er verscheen een prachtboek over Noordhollandse molens waar hij niet eens in staat. 

Nu weet iedereen: dit is de laatste molen met de functie van krijtmolen. Toen Unesco het ambacht van molenaar uitriep tot werelderfgoed, vond de bekendmaking daarvan hier plaats, met de minister erbij en een live-verbinding met Seoul.”

Molen in de stad

Een molen tussen woonwijken (Banne Buiksloot, Elzenhagen-Zuid) vraagt een ander soort beheer dan op het weidse platteland. “Je woont hier als molenaar midden in de stad,” zegt Hilberdink, “en daar moet je rekening mee houden. De molen is een wezenlijk onderdeel van de omgeving. Je moet dus polderen.” Niet zelden nemen flatgebouwen en hoge bomen de wind weg waar de molen het van moet hebben. Geluk bij ongeluk is dat door de klimaatverandering de wind meestal uit het Zuiden zal staan en dat betekent hier: van over het kanaal, dus zonder obstakels.

Maar pal op de andere oever van het kanaal verrijst een nieuwe wijk, waarvoor begonnen werd met de bouw van tijdelijke zogenaamde ‘startblokken’. Die overschrijden weliswaar de hoogtenorm, maar Hilberdink is heel tevreden over het overleg dat met de gemeente gevoerd is over de invulling van de wijk – ‘al was er soms de neiging tot ‘randjesdenken’, het opzoeken van de randen van het toelaatbare’. Per saldo zijn in de nieuwe wijk een groot aantal woningen geschrapt om de molen de nodige ruimte te geven. Want Krijtmolen d’Admiraal is een sieraad voor Noord, dat met de Waterlandse Zeedijk en de NDSM-werf de historie van het stadsdeel markeert.

Harm-Ydo Hilberdink