Afbeelding
(Foto: Pixabay)

Column Marcel van Stigt: Het magische lezen

Column

Het zou een moment moeten zijn om nooit te vergeten. En toch kan ik het niet terughalen: het moment dat ik besefte dat ik kon lezen, dat zich een wereld voor mij opende die ik tot dan toe niet voor mogelijk had gehouden. Maar dat zich bij mij een grote liefde voor boeken openbaarde, dat weet ik nog wel.

Deze liefde kwam tot volle wasdom toen mijn moeder me meenam naar de bibliotheek – ergens begin jaren zeventig van de vorige eeuw. Meteen toen ik binnenliep voelde ik hoe mijn mond half openviel. Ik bleef stokstijf staan en keek om me heen. Overal stellages met rijen boeken - dikke, dunne, grote, kleine. Ik wist werkelijk niet wat me overkwam. 

Een medewerkster zag ons staan, liep naar ons toe en leidde ons rond. Hier de kinderboeken, daar de boeken voor tieners, verderop de boeken voor volwassenen. Het duizelde me, ik hoorde nauwelijks wat ze vertelde. En al die boeken zou ik dus mogen meenemen, lezen en weer terugbrengen.

Of ik lid wilde worden? Mijn moeder vroeg het met een brede glimlach op haar gezicht.

“Jjja, ja, dat wil ik”, stamelde ik. 

De medewerkster nam ons mee naar een bureau, ging zitten en pakte een blanco kartonnen kaart van een stapeltje. Naam en adres schreef ze op. “Nu moeten we eerst een kaart voor je maken, maar als je overmorgen terugkomt, ligt die voor je klaar en vanaf dat moment kun je boeken lenen.” 

Niet nu al?, jammerde ik van binnen.

De twee dagen kropen tergend langzaam voorbij. Maar toen was het eindelijk zover. Met benen die trilden van opwinding fietste ik naar de bibliotheek. Ik gunde me geen tijd om mijn fiets op slot te zetten, maar kwakte hem tegen een heg en snelde de bibliotheek in. Dezelfde medewerkster herkende me, lachte en tastte in een la. “Nou, hier heb ik je kaart. Veel plezier!” 

Met wangen die aanvoelden alsof ik hoge koorts had, liep ik zonder plan langs de stellages. Totdat mijn oog viel op een rij geel-rode pocketboekjes. De avonturen van Bob Evers, Arie Roos en Jan Prins, geschreven door Willy van der Heide – zijn foto op de achterkant zie ik nóg voor me: schuin op de rug genomen, petje op, pijp in zijn mond, voorover gebogen en met twee vingers tikkend op een typemachine.

Drie boekjes pakte ik lukraak uit de rij. Ik liet mijn kaart afstempelen en fietste met een noodgang naar huis. 

Op het avondeten wilde ik niet wachten. Geen trek. Maar mijn moeder pakte het boekje waaraan ik was begonnen met zachte drang uit mijn handen. Na het toetje mocht ik verder lezen. 

De rest van de avond verdween ik in mijn pocketboekje en de andere twee volgden al snel. En daarna spoedde ik mij weer naar de bieb voor nieuwe aanvoer. 

Van ‘Tumult in een Toeristenhotel’ tot ‘Een Dollarjacht in een D-trein’ en van ‘Stampij om een Schuiftrompet’ tot ‘Pyjama-rel in Panama’ – ik heb ze allemaal gelezen. Stuk voor stuk. 

Een grote passie was geboren, de passie voor het magische lezen.