Debbie Klaassen
Debbie Klaassen (Foto: Aangeleverd)
Column

Stem in de Stad: gemeenschap van mensen

Partnerbijdrage

Twintig jaar geleden werkte ik op kantoor bij HVO-Querido in Amsterdam. Na zes jaar vertrok ik naar een andere werkomgeving, ik wilde wel eens wat anders gaan doen. Maar mijn hart bleef liggen bij de doelgroep van HVO-Querido. De doelgroep: daarmee bedoel ik de mensen die het niet heeft meegezeten in het leven en die daarom een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Dakloze mensen of mensen met een grote psychische kwetsbaarheid waren dat toen, in Amsterdam.

In Haarlem, bij Stem in de Stad, ontmoeten we ook dakloze mensen. En de mensen die ons bezoeken, noemen we hier geen cliënten, maar gasten. Bij ons komen ook mensen die zich eenzaam voelen en het gezellig vinden met mede-Haarlemmers of met vrijwilligers te kletsen in ons Aanloopcentrum.

Het Aanloopcentrum: de plek waar de verse koffie en thee altijd klaarstaat om uitgeschonken te worden door vrijwilligers. De plek waar onze gasten een luisterend oor kunnen vinden. De plek waar we drie keer in de week een warme maaltijd opscheppen voor hen die dit goed kunnen gebruiken. De plek waar we ook slaapzakken uitdelen aan hen die buiten slapen en die hier om vragen. Slaapzakken die wij weer gedoneerd krijgen van winkeliers in de omgeving die Stem in de Stad een warm hart toedragen. En er zijn vele andere organisaties die ons ook regelmatig iets schenken. Buurkerken, liefdadigheidsorganisaties, bakkers, en ga zo maar door. Gelukkig maar, want zonder die steun zouden wij het ook niet redden.

Sinds twee maanden ben ik coördinator van het Aanloopcentrum. En het maakt mij gelukkig om dit werk te mogen doen. Ik hou van de warmte en de chaos en van de kwetsbaarheid die ik nu dagelijks in mijn baan tegenkom. Ik hou ervan dat de mensen hier geen sociaal masker dragen; mijn collega’s niet, de vrijwilligers niet, maar vooral de gasten niet. Op andere plekken verhullen mensen soms wat zij werkelijk denken of voelen. Ik hou veel van de openheid in het Aanloopcentrum.

En, last but not least, ik hou van het Aanloopcentrum als een gemeenschap van mensen; een mix van gasten, vrijwilligers en een paar professionals. Ik hou van de onderlinge solidariteit tussen de gasten. Ze komen vaak voor elkaar op en corrigeren elkaar ook vaak bij ongewenst gedrag. Als een gast iets akeligs overkomt, is het medeleven groot. Samen dragen wij het geheel. We houden elkaar bij de les van hoe wij als Aanloopcentrum het liefst willen zijn. Open en tolerant; wat mij betreft!

Debbie Klaassen