Raad voorzichtig over steunen Haarlemse media
PolitiekHAARLEM - Bijna alle raadsfracties hebben donderdagavond tijdens de vergadering van de Commissie Bestuur lof uitgesproken over de lokale media. Daarbij werd vooral ook de onlangs opgerichte Haarlemse Krant gecomplimenteerd. Veel raadsleden zeiden blij te zijn dat er een Haarlemse ondernemer in het gat probeert te springen wat is ontstaan na het verdwijnen van het Haarlems Weekblad. Ook burgemeester Wienen nam zijn petje af voor het initiatief. Toch gaven de meeste raadsfracties aan zeer voorzichtig te willen blijven in het steunen van lokale media.
Door Joost Verhagen
Zowel Hart voor Haarlem, VVD, het CDA en D66 gaven aan dat de lokale politiek erg voorzichtig moet zijn in het steunen van de lokale media, omdat de pers vooral ook onafhankelijk moet blijven. “De onafhankelijkheid is inderdaad van belang. De macht moet worden verdeeld, en niet bij één iemand liggen. De pers moet ons daarin een spiegel voorhouden,’’ zei Peter van Kessel (VVD). Moussa Aynan (Jouw Haarlem) gaf daarentegen aan dat hij wel nog een probleem ziet in de wijze waarop de gemeente Haarlemmers probeert te bereiken. Vroeger gebeurde dat via de stadskrant, maar nu is dat enkel nog digitaal. Volgens burgemeester Wienen is de stadskrant inmiddels geen effectief middel meer om Haarlemmers te bereiken. Matin Abassi (PvdA) en Remko Trompetter (Actiepartij) wezen erop dat de gemeente eventueel wel structureel advertentieruimte in zou kunnen kopen, om zo ook meteen de communicatie te verbeteren.
Burgemeester Wienen zei open te staan voor eventuele manieren waarop de gemeente facilitair nieuwe initiatieven kunnen steunen. Bijvoorbeeld verspreiding van een nieuwe krant op plekken van de gemeente. Daar is ook Haarlems Nieuwsblad, en tot voor kort ook het Haarlems Weekblad te vinden. Burgemeester Wienen gaf aan dat het inkopen van advertentieruimte vanuit de gemeente niet de inkomstenbron moet zijn waar een lokale krant het van zou moeten hebben. Hij speelde daarin ook de bal terug naar de raadsfracties, en vroeg hen hoeveel campagnegeld er tijdens de verkiezingen nog naar advertentieruimte in kranten gaat.