Het Warme Huis aan het Zuideinde 180.
Het Warme Huis aan het Zuideinde 180. (Foto: Barbara van Wijk)

Waarom het Warme Huis nodig is

Nieuws

OOSTZAAN - Een welvarend dorp, zie de grote dure auto’s, de chique villa’s en hier en daar de rijke uitstraling. Het gaat niet slecht in Oostzaan, zou je zo op het eerste gezicht denken. Er zijn hier geen achterstandswijken, geen voedselbanken, geen kringloopwinkels. Waarom is er dan toch een ‘Warm Huis’? Is dat wel noodzakelijk?

door Barbara van Wijk  

Een berichtje van Het Warme Huis in deze krant trekt de aandacht: “Wist u dat er dagelijks mensen komen om voedselhulp? Kunt u ons helpen deze mensen te ondersteunen? Neem contact met ons op, of breng houdbare producten naar het Zuideinde 180.” 

Paul Flens is als vrijwilliger sinds het begin van dit jaar nauw betrokken bij het Warme Huis. Hij kwam hier samen met zijn vrouw begin van dit jaar eens een kijkje nemen en zij werden enorm verrast door de uitstraling en de warme gastvrijheid die ze hier ontmoetten. Ze hoorden hier verhalen, die rechtstreeks hun hart raakten. Dat er zoveel zorgen zijn in ons kleine dorpje, wisten ze niet. Zoveel verdriet om de gewone dingen, die blijkbaar niet voor iedereen zo gewoon zijn: eten, drinken, kleding, schoolspullen, enz. Wat nodig is, is nodig, maar als je zelfs voor deze elementaire spullen al geen geld hebt… wat dan? Dan bespaar je op boodschappen, dan eet je maar drie keer per week een warme maaltijd, en verder boterhammetjes, je verwisselt een plakje ham voor een likje jam, je gaat geen koffie meer drinken bij vrienden, want je kunt geen chocolaadje meenemen. Je kind kan niet sporten, je hebt je muziekles allang opgegeven en toch ligt daar de rekening van gas en licht, owee… hoe betaal je die? En zo raak je langzaam maar zeker verzeild in een slopende eenzaamheid. 

Toen Paul tot zich liet doordringen wat al die verhalen in de gezinnen teweeg brengen, besloot hij ter plekke om zich voor dit doel hard te maken. Hij meldde zich aan als vrijwilliger en later nam hij ook een deel van de organisatie ter hand om samen met Debby van Ingen een stevige basis te structureren en het concept toekomstbestendig te maken. Paul is jarenlang een van de bestuurders geweest van het CBO. “Het is een groot genoegen om deze ervaring en kennis hier te kunnen inzetten, misschien in de toekomst wel samen met een andere CBO bestuurder. Ik sta zo vierkant achter deze rechtstreekse onbaatzuchtige hulpverlening! Dit concept zou ik in overleg met Debby graag een degelijke structuur en basis geven.” 

Wat aanvankelijk begon als een warm inloophuis voor mensen die het koud hebben, is uitgegroeid tot een florerend sociaal centrum, onder leiding van Debby en inmiddels gesteund door Paul en natuurlijk door alle vrijwilligers. 

Is zo’n huis nog wel nodig? Waarschijnlijk niet voor degenen die zich dit afvragen, maar overduidelijk wel voor de velen die dankzij deze strohalm hun hoofd boven water kunnen houden. De organisatie weet hoe broodnodig deze hulp is. “De onzichtbare armoede, waar je niets over hoort, is héél groot. Mensen die het echt moeilijk hebben, roepen dat niet van de daken. Ze lijden in stilte en ze verbannen zichzelf vaak naar een verstikkend isolement. De villa’s en dure auto’s zeggen niet zoveel, die kun je niet opeten, maar de kassabon moet voldaan worden en dát is veelal het probleem. 

Gezien het vele gebruik van de douche, de wasmachine, de vele maaltijden die er genuttigd worden, de volle tassen die meegenomen worden… voorziet het huis wel degelijk nog steeds in een behoefte en de verwachting is dat dit voorlopig nog wel even zal voortduren. Wie dus houdbare producten kan missen, breng alstublieft naar Zuideinde 180. Hier komt alles wat bruikbaar of eetbaar is goed terecht. 

Ook in het Warme Huis is Koningsdag gevierd.