Je mag alles eten, maar niet alles weten

Bovenstaande zin is een gezegde, die ons moeder weleens gebruikte als de 'kleine potjes' (de dagelijkse kroost) te grote oren hadden. Er is zeg maar grote mensenpraat en kinderpraat. Hoe de kindjes gemaakt worden, om al vroeg te weten over de bloemen en de bijtjes, neem van mij aan, dat dit niet het grootste probleem is in de wereld. De bedoeling van de natuur is: voortplanten. En wie daar anders over denkt of in een ander zijn vel zit, kan hieraan niet meedoen. Zolang het mensdom leeft, was het niet nodig dat ouderen het de kinderen vertellen of leren. Wij leerden bijvoorbeeld dat als we een kikker aan de dakgoot bonden, dan kwam er een klein broertje of zusje.

En ‘oude wijven’, maken van kleine kinderen, is nergens voor nodig. Er ligt een lang leven van leren voor hen, om dat soort dingen op te pikken. Leren is uiteraard goed, maar ondervinden ook. En wie vroeger niet luisterde, moest maar voelen, werd toen gezegd. Zo ook: schelden doet geen zeer, maar bijten en krabben veel meer. Als een kind wordt gepest, is die vaak gehard voor de toekomst, die kan goed voor zichzelf opkomen. Een tijdlang kind zijn, is goed voor de ontwikkeling en gedrag op latere leeftijd. Uiteraard met een goede opvoeding. 

Ieder kind heeft zijn of haar kwaliteiten, op welk vlak dan ook. We krijgen niet allemaal hetzelfde mee bij onze geboorte. De een is bang voor alles, de ander heeft teveel overmoed. En zo vult de wereld zich aan de behoefte van de gemakken, van en voor ons bestaan. Maar waarom is dan nog zoveel onvrede en oorlog? Ik denk dat het in het DNA van de mens om te overleven. De mens zit aan de top van de evolutie omdat het denken kan combineren en kan afwegen wat gevaarlijk is. Of de juiste beslissing die past op dat moment van overleven. Reacties naar peter.koomen300@gmail.com.