De geschiedenis van de paashaas
De eerste verhalen waar de paashaas in voorkomt stammen uit het Duitsland van de 14e eeuw. Hier werden volksverhalen verteld over een haas die rondhupte om mooi beschilderde eieren te verstoppen.
EERSTE VERMELDING IN DUITSE GESCHRIFTEN
De paashaas kwam voor het eerst voor in Duitse geschriften in 1682 en verscheen pas in de 18e eeuw in Nederland, via een uit het Duits vertaald boek.
Volksverhalen
De volksverhalen komen waarschijnlijk voort uit een mythe van de oude Germanen over de godin Ostara: de godin van de lente. In het verhaal bad een meisje van de Teutonenstam tot de godin Ostara, om een gewond vogeltje te redden. Ostara, die zich meestal vertoonde in de vorm van een haas, verhoorde haar gebeden en veranderde het gewonde vogeltje in een haas. Als dank liet ze de haas één keer per jaar terugkomen om gekleurde eieren te leggen. Grappig weetje: in het Duits heet Pasen 'Ostern', een afgeleide van het woord Ostara, waar het Engelse 'easter' weer vandaan komt. Wist je dat alleen Nederland en Duitsland de paashaas kennen? In landen zoals Engeland en Amerika is het een konijn (easter bunny), net als in Frankrijk, Italië en Spanje.
Godin Ostara veranderde in de vorm van een haas
Grappig weetje: in sommige delen Duitsland worden de eieren gebracht door een kip, haan, vos of koekkoek.