Conny Braam signeert in de Brakke Grond, naast haar kleindochter Ziggy.
Conny Braam signeert in de Brakke Grond, naast haar kleindochter Ziggy. (Foto: Willem Brand)

Conny Braam schrijft ‘De revolutie van Keet Pelle’

Cultuur

REGIO/IJMUIDEN - In het revolutionaire jaar 1968 stapt een rebelse meid op station Arnhem in de trein naar Amsterdam. In de hoofdstad wordt Conny Braam een van de boegbeelden van de Anti-Apartheidsbeweging Nederland. Op 26 februari krijgt de sinds 2005 in IJmuiden wonende schrijfster in de Brakke Grond van de Zuid-Afrikaanse ambassadeur een oorkonde: “Apartheid was in jouw ogen een misdaad tegen de menselijkheid, je kwam daartegen in verzet en deed dat met gevaar voor eigen leven.” Een voor haar onverwacht moment op een middag die door Conny zorgvuldig is georkestreerd. Ze viert samen met familie en zo’n driehonderd vrienden haar 75ste verjaardag én de presentatie van haar nieuwste en meest persoonlijke boek ‘De revolutie van Keet Pelle’. 

Door Willem Brand

Conny vertelt in vogelvlucht de achtergrond van haar boeken. Tussendoor worden strijdliederen door het Rijswijks Strijdkoor en het Margriet Eshuijs Popkoor gezongen, zingt Ineke Verdoner het door haar geschreven lied over Hannie Schaft, Janne Schraa ‘I am the army of one’ en brengt acteur Kenneth Herdigein Nelson Mandela in een toespraak tot leven. Wat Conny in al haar romans doet is historische feiten dramatiseren. Ze schreef niet alleen over het Zuid-Afrikaanse verzet, maar ook over het verzet in de Tweede Wereldoorlog en het verzet van arbeiders tegen zichzelf verrijkende bazen. In ‘De revolutie van Keet Pelle’ eisen haar grootmoeder Keet Pelle, haar moeder Grada Braam en Conny zelf een plek op.

Familiegeschiedenis

Cassetteopnamen die Conny in 1995 van gesprekken met haar moeder maakte vormden de aanleiding. Conny: “Mijn vader belde ongerust op en zei dat moeder in zichzelf liep te praten. Er liepen mannen in leren pakken door de straat. De dag erop nam ik de trein met in mijn rugzak een cassetterecorder en een fles port. In de gesprekken kwam het oorlogsverleden naar boven. Ze kon soms in grote razernij ontsteken als ze vertelde over Willy Lages, hoofd van de Sicherheitsdienst Noord-Holland, en collaborateur Willem Ragut die door Hannie Schaft en haar vriend Jan Bonenkamp werd uitgeschakeld. Zij vertelde ook over de crisisjaren.” Conny begon te begrijpen waarom haar moeder na de oorlog zo gedienstig was, niet wilde opvallen en een keurige man wilde trouwen.

Kroegbaas Keet

Net als de middag is haar boek een tijdreis. “Ik ben dankzij de digitale krantenbak Delpher teruggegaan naar de tijd dat het Amsterdam-Rijnkanaal werd gegraven en er grootste plannen waren om van IJmuiden een mondaine badplaats te maken. In de duinen woonden kanaalgravers in miserabele omstandigheden. De socialistische voorman Ferdinand Domela Nieuwenhuis kwam er om de haverklap spreken. Mijn oma Keet die in IJmuiden een kroeg dreef, raakte van hem in de ban. Ik las in linkse kranten als ‘Recht voor Allen’ dat jonge vrouwen in Domela’s kielzog naar IJmuiden kwamen en de arbeiders probeerden te verenigen in vakbonden.” Zoals Conny gêne voelde voor haar burgerlijke moeder en het beknellende katholieke milieu, zo voelde haar moeder dat voor de hare. Conny: “Keet was een rooie en had een grote mond.”