Foto ter illustratie.
Foto ter illustratie. (Foto: Pixabay)

Schrijvende lezer: ‘Inspraak is een vinkje op een checklist’

Ingezonden

Inspraak heeft in de praktijk vaak maar weinig nut op plannen die al gemaakt zijn, stelt lezer Peter Lek in een ingezonden brief.

“In april 2020 was er een artikel over bewoners van het Havenkwartier met zorgen over bouwplannen daar. Een wethouder zei: ‘Er komen nog genoeg inspraakmomenten.’ Het leek alsof bewoners nog heel wat aan die plannen konden veranderen. Maar de realiteit is dat wanneer de gemeente met bouwplannen naar bewoners toegaat, die al met 3-0 achterstaan en heel blij mogen zijn met 3-1. Van plannen voor woningbouw (o.a. HBG-locatie, KD-laan, Te Werve Oost) heb ik allerlei informatie-avonden bezocht en stukken gelezen, en wat blijkt? Ondanks alle ‘inspraak’ verandert een plan bijna niet.

Inspraak is niet ‘je zin krijgen’. Maar bij de bouwplannen lijkt er alleen inspraak te zijn omdat dat moet; bewoners laten meepraten is slechts een vinkje op een checklist, een hobbel die moet worden genomen. Een hoogleraar van TU Delft hierover: ‘Op het moment dat de overheid naar de burger toegaat, is het besluit in feite al genomen.’ Hiervoor zijn verschillende oorzaken.

Rijswijk heeft onvoldoende geld en kennis om zelf woningen te bouwen en te beheren, en is voor woningbouw afhankelijk van projectontwikkelaars. Die bezitten vaak de bouwgrond, hebben geld en kennis, en beheren de woningen. Maar zij willen hun investering terugverdienen, en hebben dus wensen in gesprekken met de gemeente. Daardoor wordt er regelmatig niet zozeer gebouwd wat mensen willen, als wel wat de ontwikkelaar winstgevend vindt.

Verder heeft Rijswijk in de Metropoolregio afgesproken te streven naar bouwen van flink wat woningen. Er ‘moet’ dus gebouwd worden. Maar het regionale bestuur dat zulke afspraken maakt, wordt niet rechtstreeks democratisch gecontroleerd. Formeel hebben gemeenteraden iets te zeggen, maar in de praktijk stelt dat weinig voor. In de NRC zeiden raadsleden van gemeenten dat ze er nauwelijks invloed op hebben. De burger kan het dan helemaal wel vergeten.

Daarnaast kan de gemeente steunen op ambtenaren met kennis en kunde. Maar bewoners weten vaak niet veel van elkaars kennis en kunde, en zijn vaak ook niet georganiseerd. Dan is het voor hen moeilijk om een bouwplan goed te beoordelen. Terwijl zo’n ‘gelijk speelveld’ hard nodig is. Johan Vollenbroek (Mobilisation for the Environment) heeft bijna alle rechtszaken tegen gemeenten gewonnen, omdat die zich niet aan de wet hielden.

Ook is er een psychologisch aspect: partijen die een plan maken, willen graag dat het wordt uitgevoerd. Daardoor spelen tijdens het inspraakproces ook andere factoren dan alleen het plan zelf. Ambtenaren hebben tijd en energie ingezet, het geeft bestuurders prestige, is goed voor imago/ego van de wethouder, levert een ontwikkelaar winst op. Al vaak is aangetoond dat dit blikvernauwing geeft bij betrokken partijen; ‘hun’ plan moet hoe dan ook doorgaan.

Al lang is bekend dat mensen wel degelijk geïnteresseerd zijn in politiek. Waar ze over klagen, is gebrek aan inspraak. Ze willen het gevoel hebben dat er geluisterd wordt, dat er íets met hun zorgen wordt gedaan. Dat is zeker bij grote veranderingen belangrijk. Maar de politiek doet hier niets mee. En dus schrijft de ‘bewonersorganisatie Geestbrugweg’ in oktober 2021 over de ontwikkelingen daar: ‘Van serieuze bewonersparticipatie is geen sprake geweest, wij wachten nog steeds op antwoorden op onze vragen, intussen heeft al wel besluitvorming plaatsgevonden.’”

- Peter Lek, Rijswijk