Beeld uit de NPO-documentaire 'Selma's Oorlog', waarin Selma van de Perre terug gaat naar haar plekken van herinnering.
Beeld uit de NPO-documentaire 'Selma's Oorlog', waarin Selma van de Perre terug gaat naar haar plekken van herinnering. (Foto: Omroep Max)

Boekentip Rijswijkse Buurtbieb: ‘Mijn naam is Selma’ kenmerkt zich door de laconieke stijl'

De Ottoburg BuurtBieb aan de Esdoornstraat 3a deelt maandelijks een boekentip met Groot Rijswijk. In 'Mijn naam is Selma' nergens enig vertoon van zelfbeklag, terwijl daar volgens de buurbieb toch alle reden toe is.  

Voordat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, is Selma een gewoon meisje. Ze heeft twee oudere broers en een jonger zusje. Ze is een gelukkig kind met ouders die van haar houden en haar een onbezorgde jeugd geven.              

Selma is zeventien als in Nederland de oorlog uitbreekt. Ze is zich totaal niet bewust dat ze 'anders' is. De schok is dan ook groot als ze na niet wordt toegelaten op de universiteit omdat Joodse mensen daar inmiddels niet meer welkom zijn. 

Op een nacht worden de buren door de Duitsers opgehaald. Dan weet familie Velleman wel hoe laat het is. Met de gedachte zijn gezin verder vrij te stellen meldt Selma’s vader zich in Vught. Haar twee broers vluchten naar Engeland en tegen forse betaling duiken haar moeder en zusje onder in Eindhoven. Zelf zoekt ze haar heil in Leiden en rolt daar geleidelijk het verzet in. Voor ieders veiligheid wordt haar naam dan Marga (Margaretha) van der Kuit.

Het gaat lang goed, maar uiteindelijk wordt ze toch verraden. Ze belandt in kamp Vught en later in Ravensbrück, waar veel vrouwen aan medische experimenten worden blootgesteld. Net op tijd wordt ze voor vergassing behoed als het meisjeskamp Uckermark (bij Ravensbrück) door Zweedse Rode Kruis wordt bevrijd. Op 23 april 1945 vertrekt Selma naar Zweden waar ze aansterkt. Omdat Nederland nog bezet is vestigt ze zich in Londen, daar hoort ze dat haar vader in Auschwitz is vermoord en haar moeder en zusje in Sobibor. Haar broers hebben de oorlog overleefd.

Ondanks alles pakt ze het leven weer op. Toch voelt ze zich vaak alleen en depressief, tot ze in 1949 haar man Hugo van de Perre leert kennen, die net als zij bij de BBC werkt. Ze trouwt in 1955 en wil dolgraag een gezin, maar de gynaecoloog vertelt haar dat ze vanwege alle ontberingen waarschijnlijk geen kinderen kan krijgen. "Wat was ik blij toen ik toch zwanger bleek, die mogelijkheid hadden ze me gelukkig niet afgepakt". 

Het boek ‘Mijn naam is Selma' kenmerkt zich door de laconieke stijl. Nergens enig vertoon van zelfbeklag, waar toch alle reden voor is, alsof ze zeggen wil: zo is het al vreselijk genoeg.

Vanuit de Ottoburg BuurtBieb, Esdoornstraat 3a. Open op dinsdag van 10.00 - 12.00 uur.