Burgemeester Wouters.
Burgemeester Wouters. (Foto: Peter de Zeeuw)

De Geschiedenis van Monster

Peter de Zeeuw levert regelmatig artikelen aan over de geschiedenis van Monster. Eerder plaatsten wij een artikel over het voormalig politiebureau.  Vorige week kon u het eerste deel over Burgemeester Wouters (1895-1963), deze week het vervolg en slot.

Op 25 april 1946 deed K.L.J. Wouters zijn intrede als burgemeester van de gemeente Monster. Direct na zijn indiensttreding gonsde het gerucht dat hij tijdens de oorlogsjaren fout was geweest. Waar kwam deze verdachtmaking vandaan, maar vooral ook: was het waar dat hij tot aan de bevrijding (op 17 september 1944) van Valkenswaard, waar hij vanaf november 1940 burgemeester van was, al te veel “Deutschfreundlichkeit” en slap optreden vertoonde?

Verordening 152/1941

Het besturen van gemeenten, met uitzondering van Amsterdam, Rotterdam en ’s-Gravenhage, die vielen rechtstreeks onder toezicht van Frederiks, kwam in handen, conform Verordening 152/ 1941, van de burgemeesters die onder toezicht stonden van de Commissaris der Provincie.

Burgemeesters kregen de macht

Deze Verordening hield kortweg in dat burgemeesters de macht in handen kregen: nadat vrij snel de Eerste en Tweede Kamer en de Raad van State buiten werking waren gesteld, werden met deze Verordening nu de bevoegdheden van gemeenteraden en Provinciale Staten uit handen genomen. Onmiskenbaar legde deze Verordening een enorme druk op het functioneren van burgemeesters. Zij waren nu direct aansprakelijk voor hun bestuursdaden met verstrekkende gevolgen voor o.a. de Joodse bevolking. Ook werd door de Duitsers verwacht dat de burgemeesters actief zouden meewerken voor het leveren van arbeidskrachten richting Duitse oorlogsindustrie.

Wat mogelijk ook bijdroeg tot de negatieve beeldvorming van Wouters was dat Van Rijckevorsel vrijwel de gehele bezettingstijd in functie bleef. Ook twee van zijn collega’s: Baron van Harinxma thoe Slooten (provincie Friesland) en Schelto Baron van Heemstra (provincie Gelderland), bleven tot aan de bevrijding op hun post.

Alle overige commissarissen werden door hun anti-Duitse houding vrij snel ontslagen en vervangen door NSB’ers of NSB-gezinden. Na de capitulatie van de Duitsers werd er met name, vooral door de leden van het verzet, zeer kritisch gekeken naar het functioneren van ambtsdragers die gedurende de bezettingsjaren op hun stoel bleven zitten. Zo werd Van Rijckevorsel in 1946 na een uitgebreid onderzoek “ongevraagd, eervol ontslag zonder dankbetuiging” verleend. Dit gold ook voor Van Harinxma thoe Slooten, die, op aandrang van het verzet in Friesland, door het College van Vertrouwensmannen na het beëindigen van de oorlog werd “gestaakt” ( op non-actief gezet). Uiteindelijk kreeg ook hij, telg uit een familie van oude landadel die vele bestuurders voorbracht, in november 1945 (eervol) ontslag.

Ook Wouters kreeg, na de bevrijding, als ‘zittenblijver’ te maken met zuiveringsmaatregelen. Het Centraal Orgaan op de Zuivering van Overheidspersoneel (COZO), speciaal in het leven geroepen om bestuurders te beoordelen op hun houding tijdens de oorlogsjaren, liet ook zijn licht schijnen op Wouters. COZO deelde aan mr. L.J.M. Beel, minister van Binnenlandse Zaken mee, dat er verschillend, mede veroorzaakt door zijn houding en formele opstelling, over hem werd gedacht door de bewoners van het dorp Valkenswaard.

Op 2 augustus 1945 kwam de adviescommissie met haar eindbevindingen. Dat advies werd gestuurd naar de waarnemend Commissaris van de Koningin van de Provincie Noord-Brabant Jhr. Mr. J.Th. Smits van Oyen, opvolger van Van Rijckevorsel.

Roddel en achterklap

COZO schreef dat het nodige op zijn gedrag viel aan te merken, maar noemde hem ook een goed Nederlander. Het beeld van Valkenswaard, aldus het COZO-onderzoek, over de periode na de bevrijding op 17 september 1944, is niet erg positief. Het is een verhaal over een dorpsgemeenschap waarin persoonlijke rancune en persoonlijke belangen zwaarder wogen dan het algemeen belang. Roddel en achterklap zorgden voor beschadiging van vele personen, onder wie Wouters.

Op 24 september 1945 kwam de nieuwe gemeenteraad bijeen en concludeerde dat terugkeer van Wouters naar Valkenswaard nagenoeg onmogelijk was. Op 26 november 1945 had Wouters een gesprek met minister Beel in Den Haag, waarin hij te horen kreeg dat hij eervol ontslag zou krijgen met toekenning van wachtgeld. Wouters schreef als reactie hierop dat zijn goede naam en eer blijvend geschaad zouden worden en dat hij graag terug zou willen keren naar Valkenswaard of, als dat niet lukte, overgeplaatst zou willen worden naar een andere soortgelijke gemeente. Het eerste was onmogelijk, het laatste werd werkelijkheid.

Burgemeester gemeente Monster

Bij Kon. Besluit nr. 18 van 18 april 1946 werd Wouters met ingang van 25 april, benoemd tot burgemeester van Monster en keerde hij terug naar het dorp waar hij 20 jaar eerder, als volontair, al kennis mee had gemaakt. Direct na zijn aantreden werd hij geconfronteerd met een gemeente die, zoals zo vele dorpen, ernstig had geleden onder het bewind van de Duitsers. 

Ter Heijde moest worden herbouwd

Het, op de kerk na volledig gesloopte voormalige vissersdorp Ter Heijde moest worden herbouwd. Ook was er grote behoefte aan nieuwe woningen. Zowel het eerste als het tweede werden gerealiseerd. Ter Heijde werd herbouwd en er werden honderden nieuwe woningen gebouwd.

Het voert te ver om al zijn bestuurskundige maatregelen onder de loep te nemen, maar de voortvarendheid waarmee hij en zijn medewerkers de toch wel grote problemen te lijf gingen verdienen waardering.

Waardering Rijksoverheid

Waardering van de rijksoverheid kreeg hij toen hij in 1952 werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ook de gemeente Monster sprak haar waardering uit. Het in de beginjaren vijftig in het dorp aangelegde plein droeg zijn naam. De aangrenzende straat kreeg ook zijn naam: Burgemeester Wouterslaan (later gewijzigd in de Van Bemmellaan - vernoemd naar de op 2 juli 1942 gefusilleerde Monsterse korpschef Marcelis van Bemmel sr.). Al met al een eerbetoon dat slechts weinigen bij leven gegeven is.


Wouters nam in 1960 afscheid als burgemeester van de gemeente Monster. Hij stierf drie jaar later op 67-jarige leeftijd in Rijswijk.


Peter de Zeeuw.

Afbeelding