Barbara van Haaften voelt zich thuis in Loosduinen.
Barbara van Haaften voelt zich thuis in Loosduinen. (Foto: Ankie Driessen)

Loosduiners aan het woord

1 juli is het honderd jaar geleden dat Loosduinen werd geannexeerd door grote buur Den Haag. Toch gaan oud-Loosduiners nog altijd naar 'het dorp' om boodschappen te doen en zijn ze trots op de Geuzennaam 'Peenbuikers'. In deze serie vertellen ze waarom ze zich nog steeds Loosduiner voelen en waarom het zo fijn is om in dit stadsdeel te wonen.

'Loosduiners waren vroeger niet altijd zo tolerant'

Door Ankie Driessen

"Ik voel me hier thuis. Loosduinen is voor mij nog steeds een dorp. Ook al is het een mengelmoes van Hagenaars, oude Loosduiners en Westlanders, het is hier fijn wonen. Ook al zijn Hagenaars anders dan Loosduiners", zegt de 44-jarige Barbara van Haaften. Barbara exploiteert lunchroom 'Lunch bij Bar' in de Loosduinse Hoofdstraat. Volgens haar zijn Loosduiners nuchterder en hebben. "Echte Hagenaars hebben soms een grotere mond en ze praten vaak wat plat. Loosduiners kennen iedereen en weten direct of je uit Loosduinen komt of niet", schetst ze de verschillen. Toch leveren die verschillen volgens de onderneemster gaan problemen op. "Door elkaar, met inmiddels aardig wat andere culturen die hier ook wonen, loopt het meestal als vanzelf", constateert Barbara. 

Pak slaag

Bij haar in de lunchroom komen nog wel altijd veel oud-Loosduiners iets eten of drinken. "Maar ik heb ook vaste klanten die uit Rotterdam of Amsterdam komen. Toen er voor mijn tijd nog cafés waren was het ondenkbaar dat niet-Loosduiners in de kroegen of op andere locaties in Loosduinen welkom waren. Mijn opa bijvoorbeeld kwam niet uit Loosduinen maar werd wel verliefd op een Loosduins meisje en dat kwam hem in eerste instantie duur te staan. Hij werd opgewacht en kreeg een pak slaag. Hij moest van 'onze vrouwen' afblijven. Hij zat in het leger en kwam later terug met een koevoet onder zijn jas. Toen de Loosduiners dat zagen werd hij snel geaccepteerd, hij trouwde later met mijn oma. Ook ken ik het verhaal dat in de Pisuissestraat iemand van een andere cultuur een café opende. Dat heeft niet lang geduurd. De ruiten gingen er uit en de man kon vertrekken. Nee, de Loosduiners waren - wat ik uit verhalen weet - vroeger zeker niet altijd tolerant." 

Barbara stelt vast dat dit is veranderd. "Mensen met verschillende achtergronden mengen zich nu gelukkig goed. Loosduiners accepteren nu niet-Loosduiners maar ze verlangen wel dat anderen zich gedragen."

Spookhuis

"Het grote verschil met Loosduinen in mijn kinderjaren en nu is dat er voor de jongeren totaal niets te beleven is. Ik kon naar buurthuis COJO. Je kon er van alles doen. Net als in de Letitiaezaal aan de Burgemeester Hovylaan. En omdat veel Loosduiners duiven en vogels hielden, werd daar ook jaarlijks de Kolibrie vogelshow gehouden. Bij de molen was een konijnenveiling en op de begraafplaats aan het einde van de Hovylaan speelde ik met m'n vriendjes en vriendinnen. We kropen door de bosjes om in de lege lokalen van het schoolgebouw die daar nog stond te spelen. We noemden het gebouw het spookhuis. Zowel de Cojo als de school zijn afgebrand", haalt Van Haaften herinneringen uit haar jeugd op.

In die tijd waren het volgens haar voornamelijk Loosduiners die met elkaar speelden en contact hadden. "Ook in de buurt waar ik woonde, in Houtwijk. Het geloof gaf eerder tussen de Loosduiners soms ook een scheiding aan maar dat was voor mijn tijd. Verder konden wij natuurlijk lekker dansen in de Marathon op de Wijndaelerweg en het strand was natuurlijk ook geweldig voor ons jongeren. Het was een gouden tijd. Het is nu anders. Vooral voor jongeren helaas. Loosduiners zijn tegenwoordig in de minderheid. Je voelt dat er minder saamhorigheid is dan vroeger. Oud-Loosduiners vliegen ook vaker uit naar bijvoorbeeld Monster of Wateringen. Daardoor hebben we tegenwoordig minder met elkaar te maken."